3.1Spithorst heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Spruyt te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan Spithorst:
een bedrag van € 6.050,- te vermeerderen met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:120 lid 2 jo. artikel 6:119a BW daarover vanaf 17 november 2016, althans vanaf 25 november 2016, althans vanaf 16 mei 2017, althans vanaf 5 juni 2017, althans vanaf 12 juni 2017, althans vanaf 8 juli 2017 althans vanaf de dag der dagvaarding althans vanaf de dag van het in dezen te wijzen vonnis, tot de dag der algehele voldoening;
een bedrag van € 677,50 te vermeerderen met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:120 lid 1 jo. artikel 6:119 BW daarover vanaf de dag van het in dezen te wijzen vonnis, tot de dag der algehele voldoening;
de kosten van deze procedure, de kosten van de deurwaarder daaronder begrepen, te vermeerderen met de nakosten, ten bedrage van € 131,- zonder betekening in conventie of reconventie, € 205,- zonder betekening in conventie en reconventie tezamen, en verhoogd met € 68,- in geval van betekening, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en – voor het geval voldoening van de proceskosten en nakosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.