ECLI:NL:RBROT:2017:10876
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor ontucht plegen met een aan zijn zorg toevertrouwde minderjarige
Op 13 juli 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van ontucht met een minderjarige die aan zijn zorg was toevertrouwd. De zaak werd behandeld in een meervoudige kamer voor strafzaken. De officier van justitie, mr. A. Ekiz, heeft vrijspraak gevorderd voor de verdachte. De rechtbank heeft het bewijs beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat het ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend is bewezen. Daarom heeft de rechtbank besloten om de verdachte vrij te spreken van de beschuldigingen. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. L. van Hemert, en is openbaar uitgesproken op de datum van de uitspraak. De tenlastelegging betrof ontucht gepleegd in de periode van januari 2012 tot en met 19 augustus 2014, waarbij de verdachte meermalen de minderjarige heeft betast. De rechtbank heeft in haar beslissing de bijlage met de tekst van de tenlastelegging opgenomen.