Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde sub 2], vennoot,
[gedaagde sub 3], vennoot,
1.De procedure
- de dagvaarding met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de brief van 31 mei 2017 waarbij de comparitie is bepaald;
- de akte van 11 augustus 2017 van [eiser] met de producties 26 tot en met 34;
- het proces-verbaal van comparitie van 29 augustus 2017.
2.De feiten
De palen waartegen de schoeiing is aangebracht zijn te kort. Het gaat hier om een hoge schoeiing die veel druk moet kunnen weerstaan.
De palen zijn loodrecht in de grond geslagen. Veel beter was geweest als de palen een paar graden naar binnen waren geslagen, zodat later door de druk van de aarde geleidelijk aan de schoeiing recht zou komen te staan.
Het aantal palen is gering. Een dichtheid van ca. 50 cm was beter geweest. Overal in de gemeente – ook bij schoeiingen die veel lager zijn – zal je een dichtheid van ca. 50 cm aantreffen….
Het aantal contrapalen – de palen die in de tuin zijn geslagen en die via een ijzeren staaf de schoeiing moeten ondersteunen – is gering. Ook hier had gewerkt moeten worden met een grotere dichtheid.
De planken op de beschoeiing had van hardhout moeten zijn. Op deze planken moet je kunnen lopen. Dat kan op de aangebrachte planken niet, omdat de planken niet stabiel zijn….
De voorgaande opmerkingen over de lengte van de palen en de dichtheid ervan, gelden ook hier.
De schoeiing behoort parallel te lopen aan de sloot/straat. De afwijking is veel te groot en daarom onacceptabel.
De voorgaande opmerkingen over de lengte van de palen en de dichtheid ervan, gelden ook hier.
De schoeiing had niet voor de duiker, maar op de duiker behoren te worden aangebracht. …
De voorgaande opmerkingen over de lengte van de palen en de dichtheid ervan, gelden ook hier.
De nieuw aangebrachte schoeiing had niet aan de schoeiing van de gemeente moeten worden vastgemaakt als de gemeentelijke schoeiing niet recht loopt.
De bestaande beschoeiing vervangt door een duurzame beschoeiing overeenkomstig de eisen en aanwijzingen zoals verwoord in het voornoemde rapport van [naam Expertisebureau] .
De nieuwe beschoeiing uiterlijk 12 december 2015, i.e. binnen 9 weken na dagtekening, dient te hebben voltooid…”
3.Het geschil
- € 12.457,00 excl. BTW (= € 15.072,97 incl. BTW)
- € 24.200,00 excl. BTW (= € 29.282,00 incl. BTW)
- € 1.887,60 inc. BTW
4.De beoordeling
“kromtrekken van planken, een variabele paalafstand, een lichte scheefstand c.q. niet meer in een rechte lijn zijn van de beschoeiing”wordt als ‘onvolkomenheid’ gezien, waarna door de deskundige beoordeeld wordt of cosmetische onvolkomenheden vanuit constructief oogpunt acceptabel zijn. Aldus heeft de deskundige een onderscheid gemaakt tussen cosmetische onvolkomenheden, die niet als een gebrek worden gezien, en fouten in de constructie, die wel als een gebrek worden gezien. De deskundige heeft hiermee een onjuiste maatstaf gehanteerd bij de beoordeling van de beschoeiing. Immers, het gaat er om wat [eiser] op grond van de overeenkomst mocht verwachten, te weten een beschoeiing die stevig is en van een goed en verzorgd afwerkingsniveau. Dit betekent dat de beschoeiing zowel vanuit constructief als cosmetisch oogpunt dient te worden beoordeeld. Met de rapporten van [naam Expertisebureau] en Nebest –
“niet alleen visueel ziet de beschoeiing er slecht en onverzorgd uit, ook qua afwerking laat het te wensen over”– is voldoende onderbouwd dat sprake is van (cosmetische) gebreken. Dit wordt bevestigd in het voorlopig deskundigenbericht waar staat vermeld dat de beschoeiing:
“niet direct een ‘schoonheidsprijs’ verdient of een ‘visitekaartje’ voor verweerder is”. Gelet op de gemotiveerde betwisting van [gedaagden] van een deel van de gebreken en de door [eiser] gestelde schade heeft de rechtbank in beginsel behoefte aan deskundige voorlichting omtrent de gebreken en schade.
“volgens mij ook doorgegeven”. [eiser] betwist dat [gedaagden] hem hierover heeft geïnformeerd. Indien in het verdere verloop van de procedure vast komt te staan dat als gevolg van uitspoeling van grond bij de slootdoorvoer(buis) schade is ontstaan, zal [gedaagden] in de gelegenheid worden gesteld zijn stelling dat hij [eiser] heeft gewaarschuwd te bewijzen.