Op 24 november 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van poging tot diefstal door middel van braak en schuldheling. De verdachte, geboren in [geboorteplaats verdachte] en ingeschreven op het adres [adres verdachte] in [woonplaats verdachte], was ten tijde van de zitting preventief gedetineerd in de P.I. Rijnmond te Hoogvliet Rotterdam. De officier van justitie, mr. M. Luijpen, eiste een gevangenisstraf van vier maanden onvoorwaardelijk. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met medeverdachten heeft geprobeerd in te breken in een woning in Spijkenisse op 12 augustus 2017, waarbij zij zijn aangehouden in de buurt van de woning. Een getuige heeft hen gezien en de politie gebeld, waarna de verdachte en medeverdachten zijn aangetroffen.
De rechtbank heeft voldoende bewijs gevonden voor de poging tot diefstal, maar heeft de verdachte vrijgesproken van de schuldheling met betrekking tot de ID-kaart, omdat niet kon worden vastgesteld dat deze van misdrijf afkomstig was. Wel werd de verdachte schuldig bevonden aan het voorhanden hebben van een autosleutel van een gestolen Audi, omdat hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze van misdrijf afkomstig was. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de rechtbank rekening heeft gehouden met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.