Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift, tevens houdende incidentele vorderingen ex artikel 223 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), ontvangen op 1 november 2017, met bijlagen;
- het verweerschrift, ontvangen op 13 november 2017, met bijlagen;
- de faxbrief van 22 november 2017 met productie 11 namens [verweerders].
2.De feiten
Artikel 12 (doorbetaling tijdens vakantie)
[verweerders] gefactureerd door Mare en door hen aan Mare betaald. [verzoekster] kreeg voor haar werkzaamheden steeds betaald door Mare.
24 augustus 2017 gaan [verweerders] niet akkoord, hetgeen zij [verzoekster] op 29 augustus 2017 per
e-mail berichten. [verweerders] schrijven in die email voorts:
1 september opgevangen door een BSO en is a.s. donderdag 31 augustus je laatste zorgdag voor hun. (…) “.
3.Het verzoek van [verzoekster]
1 september 2017, vermeerderd met 8% vakantietoeslag tot het moment dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd;
1 november 2017 mogen beëindigen; het feitelijk einde heeft echter plaats gevonden op
31 augustus 2017. De overeenkomst had dan ook tot 1 november 2017 moeten voortduren. [verweerders] zijn daarom verplicht het loon van [verzoekster] over de maanden september en oktober 2017 door te betalen.
€ 1.014,00, nu het dienstverband langer dan twee jaar heeft geduurd en er is opgezegd op initiatief van [verweerders].
4.Het verweer
1 juli 2014 respectievelijk 1 juli 2015 verjaard. Meer subsidiair wordt betwist dat over 2014 geen vakantiedagen zijn genoten en niet doorbetaald.
5.De beoordeling
(ABN AMRO/Mahli), ECLI:NL:HR:AP2651 (Diosynth/Groot), ECLI:NL:HR:2007:BA6231 (Thuiszorg Rotterdam/ PGGM), ECLI:NL:HR:2011:BP3887 (De Gouden Kooi) en meer recent ECLI:NL:HR:2015:3019 (Logidex).