Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
De tekst van de tenlastelegging is als
bijlage Iaan dit vonnis gehecht.
Rechtbank Rotterdam
In de zaak tegen de verdachte, die op 12 september 2017 voor de rechtbank Rotterdam stond, werd de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit van opzettelijk vervoeren van cocaïne. De verdachte, bijgestaan door advocaat mr. P.J. Silvis, werd beschuldigd van het opzettelijk vervoeren van ruim een kilogram cocaïne, aangetroffen in de auto die hij bestuurde. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van acht maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk, maar de verdediging pleitte voor vrijspraak. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de aanwezigheid van de cocaïne in zijn voertuig. De auto was pas drie weken voor de aanhouding op zijn naam gezet en er waren geen aanwijzingen dat hij wist van de drugs. De rechtbank concludeerde dat het enkele feit dat de auto op zijn naam stond niet voldoende was om hem schuldig te verklaren. De verdachte werd daarom vrijgesproken van het ten laste gelegde feit.