ECLI:NL:RBROT:2017:10391

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 juli 2017
Publicatiedatum
1 februari 2018
Zaaknummer
5667537 CV EXPL 17-730
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding afgewezen wegens gebrek aan schade door tekortkoming makelaar

In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 13 juli 2017 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen VP&A Makelaardij B.V. en een gedaagde partij. VP&A Makelaardij vorderde betaling van een bedrag van € 8.388,67 van de gedaagde, die de makelaar had ingeschakeld voor de verhuur en verkoop van een winkelruimte. De gedaagde had een huurcontract afgesloten en de winkelruimte was verkocht voor een bedrag van € 624.000,-. VP&A Makelaardij had een factuur gestuurd voor haar diensten, maar de gedaagde had slechts een deel van het bedrag voldaan en de rest onbetaald gelaten.

De gedaagde voerde als verweer aan dat VP&A Makelaardij tekort was geschoten in haar verplichtingen door de koper niet te informeren over een afspraak met de huurder, wat volgens de gedaagde had geleid tot schade. De kantonrechter oordeelde echter dat de gedaagde geen schade had geleden, omdat de verkoopprijs van de winkelruimte niet hoger zou zijn geweest, zelfs als VP&A Makelaardij de koper had geïnformeerd. De rechter concludeerde dat er geen sprake was van schade en dat de gedaagde niet kon aantonen dat hij door de tekortkoming van de makelaar benadeeld was.

Uiteindelijk werd de vordering van VP&A Makelaardij toegewezen, met een vermindering van de eis tot € 7.271,99. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 5667537 CV EXPL 17-730
uitspraak: 13 juli 2017
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VP&A Makelaardij B.V.,
gevestigd te Oosterhout,
eiseres,
gemachtigde: mr. M.J. Schapendonk,
tegen:
[gedaagde],
wonende te [plaatsnaam],
gedaagde,
gemachtigde: mr. H. ten Kortenaar.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘VP&A Makelaardij’ en ‘[gedaagde]’.

1.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding van 17 januari 2017, met producties;
de conclusie van antwoord, met producties;
het tussenvonnis van 2 maart 2017 waarin een comparitie van partijen is bepaald;
de aantekening dat de comparitie heeft plaatsgevonden op 21 april 2017.
Het vonnis is nader bepaald op heden.

2.De vaststaande feiten

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende weersproken, staat het volgende tussen partijen vast.
2.2
[gedaagde] was eigenaar van de winkelruimte gelegen aan het [straat- en plaatsnaam]. [gedaagde] heeft aan VP&A Makelaardij de opdracht gegeven om de winkelruimte te verhuren en te verkopen.
2.3
Met ingang van 1 januari 2016 is de winkelruimte verhuurd voor de duur van vijf jaar, lopende van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2020, tegen een huurprijs van € 55.000,- per jaar. [gedaagde] is daarbij overeengekomen dat de huurder het pand casco zou laten maken en daarvoor een bedrag van € 6.000,- zou mogen verrekenen met de huur.
2.4
Op 31 maart 2016 is het pand verkocht. [gedaagde] was met de koper aanvankelijk een bedrag van € 630.000,- overeengekomen, maar nadat bleek dat de koper niet op de hoogte was van de afspraak tussen [gedaagde] en de huurder – dat een bedrag van € 6.000,- met de huur zou worden verrekend – zijn partijen een koopprijs overeengekomen van € 624.000,-.
2.5
VP&A Makelaardij heeft voor haar werkzaamheden een factuur verzonden aan [gedaagde] ter hoogte van € 8.228,- inclusief btw. [gedaagde] heeft hiervan een bedrag van € 2.228,- voldaan en de resterende € 6.000,- onbetaald gelaten.

3.De vordering

3.1
VP&A Makelaardij vordert dat [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot betaling aan VP&A Makelaardij van een bedrag van € 8.388,67, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2
VP&A Makelaardij legt nakoming van de betalingsverplichting die voortvloeit uit de tussen partijen gesloten overeenkomst aan haar vordering ten grondslag.

4.Het verweer

4.1
[gedaagde] heeft bij wijze van verweer een beroep gedaan op verrekening. Op dat verweer zal hierna worden ingegaan.

5.De beoordeling

5.1
Ter zitting heeft VP&A Makelaardij desgevraagd verklaard dat bij de berekening van haar vordering een fout is gemaakt. Zij heeft haar vordering vervolgens verminderd met een bedrag van € 951,54. BP&A Makelaardij heeft voorts verklaard dat over de buitengerechtelijke kosten ten onrechte btw is gerekend. Zij heeft haar vordering daarom verder verminderd met een bedrag van € 165,14. De vordering bedraagt derhalve na vermindering van eis nog € 7.271,99.
5.2
[gedaagde] heeft niet weersproken dat zij aan VP&A Makelaardij de opdracht heeft gegeven de winkelruimte te verhuren. [gedaagde] heeft ook de juistheid van het door VP&A Makelaardij in rekening gebrachte bedrag niet weersproken. De vordering dient daarom te worden toegewezen, tenzij het verrekeningsverweer van [gedaagde] slaagt.
5.3
[gedaagde] stelt dat VP&A Makelaardij is tekortgekomen in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, omdat zij de koper van het pand niet in kennis heeft gesteld van de afspraak tussen [gedaagde] en de huurder met betrekking tot de verrekening van de kosten voor het casco maken van de winkelruimte. [gedaagde] stelt hierdoor schade te hebben geleden. VP&A Makelaardij heeft betwist dat zij is tekortgekomen en dat [gedaagde] schade zou hebben geleden.
5.4
Ook indien zou moeten worden aangenomen dat sprake is van een tekortkoming, valt niet in te zien waarom [gedaagde] door het niet vermelden van de afspraak met de huurder schade zou hebben geleden. Er is in beginsel pas sprake van schade wanneer de koopprijs hoger zou zijn geweest, als VP&A Makelaardij de koper van die afspraak wel in kennis had gesteld of dat [gedaagde] in dat geval de winkelruimte zou kunnen hebben verkopen aan een ander voor ten minste € 630.000,-. Dat heeft [gedaagde] echter niet gesteld. Integendeel: zij heeft ter zitting juist verklaard dat zij het pand heeft verkocht omdat zij vanwege haar financiële situatie geen andere mogelijkheid had. Wanneer VP&A Makelaardij de koper wel op de hoogte had gesteld van de afspraak tussen [gedaagde] en de huurder, en de koper ook in dat geval niet akkoord zou zijn gegaan met een hogere koopprijs dan uiteindelijk is overeengekomen, had [gedaagde] derhalve ook geen andere keuze gehad dan het bod te accepteren. [gedaagde] heeft daarom – ook wanneer zou moeten worden vastgesteld dat VP&A Makelaardij is tekortgekomen – geen schade geleden. Haar verweer wordt om die reden verworpen.
5.5
De (verminderde) vordering zal in zijn geheel worden toegewezen, nu [gedaagde] verder geen verweer heeft gevoerd.
5.6
[gedaagde] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.

6.De beslissing

De kantonrechter
:
veroordeelt [gedaagde] aan VP&A Makelaardij te betalen een bedrag van € 7.271,99, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van VP&A Makelaardij vastgesteld op € 470,- aan griffierecht, € 81,99 aan dagvaardingskosten en € 500,- aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Joele en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
371