Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
2.De vaststaande feiten
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
6.De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 13 juli 2017 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen VP&A Makelaardij B.V. en een gedaagde partij. VP&A Makelaardij vorderde betaling van een bedrag van € 8.388,67 van de gedaagde, die de makelaar had ingeschakeld voor de verhuur en verkoop van een winkelruimte. De gedaagde had een huurcontract afgesloten en de winkelruimte was verkocht voor een bedrag van € 624.000,-. VP&A Makelaardij had een factuur gestuurd voor haar diensten, maar de gedaagde had slechts een deel van het bedrag voldaan en de rest onbetaald gelaten.
De gedaagde voerde als verweer aan dat VP&A Makelaardij tekort was geschoten in haar verplichtingen door de koper niet te informeren over een afspraak met de huurder, wat volgens de gedaagde had geleid tot schade. De kantonrechter oordeelde echter dat de gedaagde geen schade had geleden, omdat de verkoopprijs van de winkelruimte niet hoger zou zijn geweest, zelfs als VP&A Makelaardij de koper had geïnformeerd. De rechter concludeerde dat er geen sprake was van schade en dat de gedaagde niet kon aantonen dat hij door de tekortkoming van de makelaar benadeeld was.
Uiteindelijk werd de vordering van VP&A Makelaardij toegewezen, met een vermindering van de eis tot € 7.271,99. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.