In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam op 14 september 2017, gaat het om de aansprakelijkheid van bestuurders van Rietlanden Holding B.V. voor schade die is geleden door Mikomax Nederland B.V. als gevolg van het niet nakomen van contractuele verplichtingen. Mikomax, vertegenwoordigd door mr. N.J.P. Vanaken, vorderde schadevergoeding van Rietlanden Holding en haar bestuurder, aangeduid als gedaagde 2, vertegenwoordigd door mr. E. Hoogendam. De procedure omvatte getuigenverhoren en eerdere tussenvonnissen, waarbij Mikomax moest bewijzen dat gedaagden wisten of hadden moeten begrijpen dat Total Office, een derde partij, haar betalingsverplichtingen niet zou nakomen.
De kantonrechter oordeelde dat gedaagden, ondanks dat zij te goeder trouw kapitaal hadden verstrekt aan de failliete onderneming, persoonlijk een ernstig verwijt te maken viel. Dit kwam voort uit het feit dat gedaagde 2 op de hoogte was van de financiële situatie van de failliete onderneming en had moeten beseffen dat zonder nieuwe kapitaalinjecties de verplichtingen niet nagekomen konden worden. De rechter concludeerde dat gedaagden hoofdelijk aansprakelijk waren voor de door Mikomax geleden schade, die werd vastgesteld op € 19.829,24, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.
De beslissing van de kantonrechter hield in dat gedaagden hoofdelijk moesten betalen binnen veertien dagen na vonniswijzing en dat de proceskosten aan de zijde van Mikomax werden toegewezen. Dit vonnis werd uitgesproken door mr. P. Joele en is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat Mikomax direct aanspraak kan maken op de schadevergoeding.