ECLI:NL:RBROT:2017:10361

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 december 2017
Publicatiedatum
22 januari 2018
Zaaknummer
10/690093-17
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bedreiging en belaging met voorwaardelijke gevangenisstraf en taakstraf opgelegd aan verdachte

Op 7 december 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en belaging. De zaak kwam voor de rechtbank na een onderzoek op de terechtzitting op 23 november 2017. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan ernstige bedreigingen aan het adres van zijn ex-partner en haar familie, waarbij hij gebruik maakte van WhatsApp-berichten en andere communicatiemiddelen. De officier van justitie eiste onder andere een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf, evenals een contactverbod met de slachtoffers.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft bekend en dat er geen feiten of omstandigheden zijn die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaar meegewogen bij het bepalen van de straf. De verdachte heeft gedurende een periode van meer dan twee maanden zijn ex-partner en haar familieleden bedreigd en geïntimideerd, wat heeft geleid tot een ernstige inbreuk op hun persoonlijke levenssfeer.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 96 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 120 uren. Daarnaast is er een maatregel opgelegd die de vrijheid van de verdachte beperkt voor de duur van twee jaar, met een contactverbod met de slachtoffers. De rechtbank heeft ook de verbeurdverklaring van in beslag genomen telefoons bevolen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de rechters de ernst van de feiten en de gevolgen voor de slachtoffers in hun overwegingen hebben meegenomen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/690093-17
Datum uitspraak: 7 december 2017
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteland verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. H.J. Ruysendaal, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 23 november 2017.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. S.M. Scheer heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het 1 tot en met 3 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 120 uren te vervangen door 60 dagen vervangende hechtenis, alsmede een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden, met een proeftijd van 3 jaren en als volgende bijzondere voorwaarden: het houden aan een meldplicht bij de reclassering en het ondergaan van een poliklinische behandeling bij De Waag of een soortgelijke instelling;
  • dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden;
  • oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, inhoudende een contactverbod voor de duur van twee jaar met [naam slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 1] ), [naam slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 2] ), [naam slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 3] ) en [naam slachtoffer 4] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 4] ); 1 (één) week vervangende hechtenis per overtreding van de maatregel, met een totale duur van ten hoogste zes maanden, alsmede dadelijke uitvoerbaarheid van de maatregel;
- verbeurdverklaring van de vier in beslag genomen telefoons (Acer Z520, HTC One S, iPhone en HTC).

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte ter terechtzitting bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij op 6 maart 2017 te Rotterdam, [naam slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk (vanaf telefoonnummer [gsm-nummer 1] ) een WhatsApp bericht naar de mobiele telefoon van de moeder van voornoemde [naam slachtoffer 1] (genaamd [naam moeder slachtoffer 1] ) gestuurd met daarin een foto van een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) met de tekst: "Silencer voor je dochter
net gehaald. zal me nooit zien aankomen";
2.
hij op 13 januari 2017 te Rotterdam en/of Nieuwegein [naam slachtoffer 2] (geboortedatum [geboortedatum slachtoffer 2] , hierna vader van [naam slachtoffer 1] ) en [naam slachtoffer 4] (geboortedatum [geboortedatum slachtoffer 4] ) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend
- een WhatsApp bericht gestuurd naar [naam slachtoffer 1] met de tekst: "maak je zelf niet druk je opa krijgt een snelle moord" en- een WhatsApp bericht gestuurd naar vader van [naam slachtoffer 1] met daarin een foto van een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) en daarbij onder andere de teksten: "het is geen grap" en "nu pas vrijdag 13 mooie dag om
iemand te vermoorden wie zullen het zijn opa oma" en WhatsApp berichten met
teksten als: "mafia" en afbeeldingen van doodshoofden;
3.
hij in
de periode van24 december 2016 tot en met 7 maart 2017 te Rotterdam wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [naam slachtoffer 1] met het oogmerk die [naam slachtoffer 1] te dwingen iets te dulden en vrees aan te jagen, door - haar veelvuldig te bellen (vanaf verschillende telefoonnummers en/of anoniem) en - veelvuldig via WhatsApp en sms en email en Facebook naar haar en/of haar vader en/of haar moeder en/of haar collega's en/of leidinggevende beledigende en/of bedreigende en/of intimiderende berichten en/of foto's te sturen (onder andere een WhatsApp bericht aan haar vader op 13 januari 2017
met daarin de tekst: "je dochter krijgt het wel gelooft dat tijdens de gangbang zullen jou bellen om te laten horen we gaan [naam slachtoffer 1] zowiezo neuken in huis of op straat het gaat gebeuren als ze verhuis komen we ook mee niemand is veilig niemand".
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
2.
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd
3.
belaging
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf en maatregel

7.1.
Algemene overweging
De straffen en maatregel die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf zijn gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan bedreiging en belaging van zijn ex-partner en haar ouders en grootouders. De verdachte heeft over een periode van ruim twee maanden zeer ernstig inbreuk gemaakt op de levenssfeer van zijn ex-partner en haar familie en heeft hen gedwongen te dulden dat hij steeds weer, al dan niet direct, contact met hen zocht. De verdachte heeft zijn ex-partner en haar familieleden, maar ook haar collega’s, vaak veelvuldig en anoniem via WhatsApp, e-mail, Facebook en telefonisch benaderd met intimiderende teksten en foto’s. Daarnaast heeft de verdachte zowel zijn ex-partner als haar opa op ernstige wijze met de dood bedreigd.
De verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij de ten laste gelegde feiten heeft gepleegd nadat hij erachter was gekomen dat zijn ex-partner een ander had. Om de pijn van het kennelijk definitieve einde van de relatie te onderdrukken is hij xtc en cannabis gaan gebruiken. Onder invloed van deze middelen en in de hoop dat zijn ex-partner bij hem bescherming zou zoeken, heeft hij de strafbare feiten begaan. Dat de verdachte niet heeft kunnen omgaan met het verbreken van de relatie, rechtvaardigt echter op geen enkele wijze de handelingen die door de verdachte zijn verricht.
Uit de ter terechtzitting afgelegde verklaring van de vader van de ex-partner van de verdachte blijkt de grote impact die het handelen van de verdachte tot op de dag van vandaag op zijn ex-partner en haar familie heeft. De verdachte heeft volgens de vader het leven van zijn dochter, maar ook dat van de rest van de familie, op grove wijze verwoest en heeft er voor gezorgd dat zijn dochter nog dagelijks de gevolgen van de belaging met zich meedraagt. Zo heeft de verdachte seksueel getinte afbeeldingen van zijn ex-partner op het internet geplaatst en wordt zij hier nog met grote regelmaat mee geconfronteerd.
De rechtbank rekent de verdachte de gepleegde feiten zwaar aan. Ook het feit dat de verdachte aanvankelijk zijn verantwoordelijkheid niet genomen heeft en pas op de terechtzitting de feiten heeft bekend, wordt door de rechtbank bij de oplegging van de straf betrokken.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 1 november 2017, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Dit wordt in het voordeel van de verdachte meegewogen.
7.3.2.
Rapportage
Reclassering Nederland heeft een voortgangsverslag van het toezicht door de reclassering, waar de verdachte sinds de schorsing van de voorlopige hechtenis door de rechter-commissaris onder valt, over de verdachte opgemaakt, gedateerd 15 september 2017. Dit verslag, dat is opgemaakt op basis van de - tot dan toe - ontkennende houding van de verdachte, houdt onder meer het volgende in.
De verdachte heeft een ambivalente houding in het volgen van een behandeling, daar hij aangeeft onschuldig te zijn. Daarnaast is het de reclassering opgevallen dat de verdachte een passieve houding heeft jegens het toezicht en de ten laste gelegde delicten. Tijdens het toezicht zijn er door de reclassering geen problematische leefgebieden naar voren gekomen die een reclasseringsinterventie nodig maakt. De verdachte weet volgens de reclassering de weg naar hulpverlening te vinden. Met betrekking tot de leefgebieden en doelen heeft de verdachte volgens de reclassering inzicht in zijn eigen handelen en accepteert en continueert hij de aangeboden hulp door zijn bewindvoerder, vrienden en de reclassering. Door de reclassering wordt dit als beschermende factor opgevat die de kans op recidive kan verminderen. De kans op recidive wordt alleen aanwezig geacht als de verdachte nog contact heeft met het slachtoffer.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat gezien de ernst van de feiten in beginsel niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. De rechtbank is van oordeel dat, naast een onvoorwaardelijke (gevangenis)straf ook een voorwaardelijk strafdeel passend is, met het doel de verdachte te weerhouden om opnieuw strafbare feiten te plegen. Als bijzondere voorwaarden worden opgenomen een verplicht reclasseringscontact en de voorwaarde dat de verdachte zich zal houden aan aanwijzingen en/of voorschriften door of namens de reclassering, ook als deze inhouden de doorverwijzing naar De Waag, centrum voor forensische psychiatrie, of een soortgelijke instelling voor diagnostiek en het volgen van een uit deze diagnostiek voortvloeiende noodzakelijke ambulante handeling voor zijn problematiek.
Bij de bepaling van de straf houdt de rechtbank in strafverzwarende zin rekening met de impact, intensiteit en de gevolgen die het handelen van de verdachte voor zijn ex-partner en haar familie heeft gehad, en nog altijd heeft. Voorts wordt in het nadeel van de verdachte meegewogen dat hij bij het bereiken van zijn doel, anderen dan uitsluitend zijn ex-partner, betrokken heeft. De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat ook de hoogbejaarde grootouders van zijn ex-partner slachtoffer zijn geworden van zijn buitensporig handelen.
Ter voorkoming van strafbare feiten wordt aan de verdachte de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van twee jaren opgelegd, inhoudende een contactverbod met:
  • mevrouw [naam slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 1] );
  • de heer [naam slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 2] );
  • mevrouw [naam slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 3] );
  • de heer [naam slachtoffer 4] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 4] );
  • mevrouw [naam slachtoffer 5] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 5] ).
Laatstgenoemde is niet gevorderd door de officier van justitie, maar de rechtbank gaat ervan uit dat dit een omissie is, nu er immers mede namens haar aangifte is gedaan.
Nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen of zich belastend zal gedragen jegens voornoemde personen wordt bevolen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
8.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen passend en geboden.In beslag genomen voorwerpen
8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vier in beslag genomen telefoons (Acer Z520, HTC One S, iPhone en HTC) verbeurd te verklaren.
8.2.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft namens zijn cliënt te kennen gegeven dat hij geen prijs meer stelt op te telefoons.
8.3.
Beoordeling
De in beslag genomen telefoons zullen worden verbeurd verklaard.
De bewezen feiten zijn met betrekking tot deze voorwerpen begaan.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 38v, 38w, 285 en 285b van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 96 (zesennegentig) dagen;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 90 dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 3 jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
stelt als algemene voorwaarden:
  • de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
  • de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
  • de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
stelt als bijzondere voorwaarde:
- De veroordeelde zal zich houden aan de aanwijzingen en/of voorschriften die hem te geven door of namens de reclassering, ook indien dit inhoudt doorverwijzing naar een forensisch (psychiatrische) polikliniek, zoals De Waag of een soortgelijke instelling, voor een intake/onderzoek en diagnostiek en - indien dit noodzakelijk wordt geacht - het volgen van een ambulante behandeling;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
legt de veroordeelde op de
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
duur van 2 jaren, inhoudende dat de veroordeelde wordt bevolen:
- zich te onthouden van direct of indirect contact met [naam slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 1] ), [naam slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 2] ), [naam slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 3] ) , [naam slachtoffer 4] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 4] ) en [naam slachtoffer 5] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 5] ), in welke vorm dan ook;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde niet aan de maatregel voldoet, vervangende hechtenis zal worden toegepast;
bepaalt dat voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan vervangende hechtenis wordt toegepast voor de duur van 1 (één) week, met een totale duur van ten hoogste zes maanden;
beveelt dat de maatregel
dadelijk uitvoerbaaris;
veroordeelt de verdachte tot
een taakstraf voor de duur van 120 (honderdtwintig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
60 dagen;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de feiten: de vier in beslag genomen telefoons (Acer Z520, HTC One S, iPhone en HTC).
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A. Verweij, voorzitter,
mrs. A.M.H. Geerars en J. Bergen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.M. van Herwijnen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 6 maart 2017 te Rotterdam, althans in Nederland [naam slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk (vanaf telefoonnummer [gsm-nummer 1] ) een
WhatsApp bericht naar de mobiele telefoon van de moeder van voornoemde [naam slachtoffer 1] (genaamd [naam moeder slachtoffer 1] ) gestuurd met daarin een foto van een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) met de tekst: "Silencer voor je dochter net gehaald. zal me nooit zien aankomen";
2.
hij op of omstreeks 13 januari 2017 te Rotterdam en/of Nieuwegein en/of (elders) in Nederland [naam slachtoffer 2] (geboortedatum [geboortedatum slachtoffer 2] , hierna vader van [naam slachtoffer 1]
) en/of [naam slachtoffer 4] (geboortedatum [geboortedatum slachtoffer 4] , hierna opa van [naam slachtoffer 1] ) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend (vanaf telefoonnummer [gsm-nummer 2] ) - een WhatsApp bericht gestuurd naar [naam slachtoffer 1] met de tekst: "maak je zelf niet druk je opa krijgt een snelle moord", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of - een WhatsApp bericht gestuurd naar vader van [naam slachtoffer 1] met daarin een foto van een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) en/of (daarbij) onder
andere de teksten: "het is geen grap" en/of "nu pas vrijdag 13 mooie dag om iemand te vermoorden wie zullen het zijn opa oma" en/of WhatsApp berichten met teksten als: "mafia" en/of afbeeldingen van doodshoofden;
3.
hij in of omstreeks 24 december 2016 tot en met 7 maart 2017 te Rotterdam, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [naam slachtoffer 1] , in elk geval van een ander, met het oogmerk die [naam slachtoffer 1] , in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, door - haar veelvuldig te bellen (vanaf verschillende telefoonnummers en/of anoniem) en/of - veelvuldig via WhatsApp en/of sms en/of email en/of Facebook naar haar en/of haar vader en/of haar moeder en/of haar collega's en/of leidinggevende beledigende en/of bedreigende en/of intimiderende berichten en/of foto's te sturen (onder andere een WhatsApp bericht aan haar vader op 13 januari 2017
met daarin de tekst: "je dochter krijgt het wel gelooft dat tijdens de gangbang zullen jou bellen om te laten horen we gaan [naam slachtoffer 1] zowiezo neuken in huis of op straat het gaat gebeuren als ze verhuis komen we ook mee niemand is veilig niemand".