In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 december 2017 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte zonder legaal verblijf in Nederland, die zich schuldig heeft gemaakt aan herhaalde winkeldiefstallen. De verdachte, die op het moment van de zitting preventief gedetineerd was, werd beschuldigd van diefstal van een Ray-Ban bril uit een winkel in Rotterdam. De officier van justitie eiste een bewezenverklaring van de tenlastelegging en vroeg om oplegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD) voor de duur van twee jaar, zonder aftrek van voorarrest, met een tussentijdse beoordeling na zes maanden.
De rechtbank heeft het bewijs tegen de verdachte zorgvuldig gewogen, waarbij camerabeelden en getuigenverklaringen zijn meegewogen. De verdachte had de bril in zijn handen gehad en deze vervolgens in zijn broekzak gestopt voordat hij de winkel verliet zonder te betalen. De rechtbank oordeelde dat de diefstal wettig en overtuigend bewezen was, en verwierp het verweer van de verdediging dat de verdachte de bril vrijwillig had teruggelegd.
De rechtbank overwoog dat de verdachte een geschiedenis van recidive had en dat eerdere straffen niet hadden geleid tot gedragsverandering. Gezien de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze waren gepleegd, oordeelde de rechtbank dat de ISD-maatregel noodzakelijk was om de recidivekans te verminderen en de maatschappij te beschermen. De rechtbank legde de maatregel op voor de duur van twee jaar, met de mogelijkheid tot terugkeer naar het land van herkomst, en benadrukte dat er geen sprake was van doorkruising van het vreemdelingenrecht.