Op 20 januari 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die ten laste was gelegd dat hij op 18 oktober 2016 te [plaats 2] met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening een televisie heeft weggenomen uit de woning van zijn tante. De verdachte, die op dat moment preventief gedetineerd was, heeft bekend dat hij de televisie heeft gestolen door een steen door het raam te gooien en zich zo toegang tot de woning te verschaffen. De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van 8 maanden geëist, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten en dat hij lijdt aan verslavingsproblematiek. De rechtbank heeft de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen. De verdachte heeft geen respect getoond voor andermans eigendommen en heeft schade toegebracht aan de woning van zijn tante. De rechtbank heeft besloten om een gevangenisstraf op te leggen, waarvan een deel voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden om recidive te voorkomen.
De rechtbank heeft ook een vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder vonnis afgewezen, ondanks dat de verdachte tijdens de proeftijd een nieuw strafbaar feit heeft gepleegd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de noodzaak van begeleiding en bijzondere voorwaarden zwaarder wegen dan de vordering tot tenuitvoerlegging. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de jongste rechter niet in staat was om het vonnis mede te ondertekenen.