Op 5 oktober 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die op 25 juni 2017 een ruit van een kampeerwagen heeft vernield. De verdachte, geboren te [geboorteplaats verdachte] en thans zonder bekende woon- of verblijfplaats, was ten tijde van de zitting preventief gedetineerd. De officier van justitie, mr. C. de Kimpe, eiste bewezenverklaring van het ten laste gelegde en oplegging van een ISD-maatregel voor maximaal twee jaren. De rechtbank heeft het bewijs tegen de verdachte beoordeeld, waarbij de getuigenverklaringen van verbalisanten en de verklaring van de verdachte zelf zijn meegenomen. De rechtbank concludeert dat de verdachte de ruit opzettelijk en wederrechtelijk heeft vernield, en spreekt hem vrij van andere tenlastegelegde feiten.
De rechtbank heeft ook gekeken naar de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die een stelselmatige dader blijkt te zijn en een zwervend bestaan leidt. Hij heeft geen recht op uitkering of huisvesting en pleegt vermogensdelicten uit financiële nood. De rechtbank heeft de ernst van het feit en de recidive van de verdachte in overweging genomen en oordeelt dat een ISD-maatregel noodzakelijk is om de samenleving te beschermen en de verdachte te resocialiseren. De rechtbank legt de maatregel op voor de duur van twee jaren, met als doel de terugkeer naar het land van herkomst te faciliteren. De beslissing is genomen in het belang van de samenleving en de verdachte zelf, die heeft aangegeven mee te willen werken aan zijn terugkeer.