ECLI:NL:RBROT:2017:10282

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 oktober 2017
Publicatiedatum
9 januari 2018
Zaaknummer
10/682017-17
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplichting via Marktplaats door verdachte in de periode van 31 mei 2013 tot en met 23 december 2015

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 12 oktober 2017 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van oplichting via Marktplaats. De verdachte heeft in de periode van 31 mei 2013 tot en met 23 december 2015 meerdere slachtoffers opgelicht door goederen aan te bieden die hij niet kon leveren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting, meermalen gepleegd, en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken, die voorwaardelijk is opgelegd met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot het verrichten van 180 uren taakstraf. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte hoofdelijk aansprakelijk is gesteld voor de schade die hij heeft veroorzaakt. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het feit dat hij geen eerdere veroordelingen had voor soortgelijke feiten. De verdachte heeft tijdens de zitting spijt betuigd en aangegeven zijn leven te willen beteren. De rechtbank heeft de straffen gemotiveerd en de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, waarbij ook wettelijke rente is toegewezen vanaf het moment van schade.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/682017-17
Datum uitspraak: 12 oktober 2017
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres verdachte] [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. E.B. Jobse, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 28 september 2017.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. T. Slieker heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak feit 2
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
Gelet op de aangiftes die zich in het dossier bevinden en de verklaringen van de medeverdachten [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 2] , is er voldoende wettig en overtuigend bewijs dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 2 ten laste gelegde oplichtingen.
4.1.2.
Beoordeling
De verdachte heeft zowel bij de politie als ter terechtzitting de ten laste gelegde oplichting ontkend te hebben gepleegd. Voorts heeft hij verklaard zijn medeverdachten [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 2] niet te kennen. Hoewel het dossier wel aanwijzingen bevat die in de richting van de verdachte wijzen als de dader van die oplichtingen en tevens aanwijzingen bevat dat verdachte wel zijn medeverdachten zou kennen, zijn deze aanwijzingen onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen. Immers, de betrokkenheid van verdachte ten aanzien van de concrete ten laste gelegde oplichtingen vloeit uitsluitend voort uit de belastende verklaring van medeverdachte [naam medeverdachte 1] . Het dossier bevat verder geen ander wettig en overtuigend bewijsmiddel voor de betrokkenheid van verdachte. In de aangiftes wordt alleen de bankrekening en het telefoonnummer van [naam medeverdachte 1] genoemd, die er mogelijk belang bij heeft verdachte te belasten. De verklaring van [naam medeverdachte 2] dat hij weet dat verdachte wel eens mensen heeft opgelicht, is naar het oordeel van de rechtbank te weinig concreet om als steunbewijs voor onderhavige oplichtingen te gebruiken.
Gelet op het voorgaande kan niet wettig en overtuigend worden bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft gepleegd. De verdachte zal daarom van dit feit worden vrijgesproken.
4.2.
Bewezenverklaring feit 1
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van de wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op meer tijdstippen in de periode van 31 mei 2013 tot en met 23 december 2015 te Dordrecht of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en/of door een samenweefsel van verdichtsels.
  • [naam slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van 258,50 euro en
  • [naam slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van 30 euro en
  • [naam slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van 150 euro en
  • [naam slachtoffer 4] heeft bewogen tot de afgifte van 287 euro en
  • [naam slachtoffer 5] heeft bewogen tot de afgifte van 206,95 euro en
  • [naam slachtoffer 6] heeft bewogen tot de afgifte van 216,75 euro en
  • [naam slachtoffer 7] heeft bewogen tot de afgifte van 230 euro en
  • [naam slachtoffer 8] heeft bewogen tot de afgifte van 150 euro en
  • [naam slachtoffer 9] heeft bewogen tot de afgifte van 212,50 euro en
  • [naam slachtoffer 10] heeft bewogen tot de afgifte van 20,69 euro en
  • [naam slachtoffer 11] heeft bewogen tot de afgifte van 30 euro,
hebbende verdachte en/of zijn mededader toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid,
- op internet via Marktplaats.nl in advertenties goederen Apple Iphones en computerspellen (FIFA 16 en/ Grand Theft Auto V) te koop aangeboden en
- daarbij (telkens) een valse naam gebruikt en
- voornoemde [naam slachtoffer 1] gevraagd het bedrag voor dat goed en bijkomende kosten vooruit te betalen naar rekeningnummer [bankrekeningnummer 1] , ten name van een andere persoon dan verdachte en
- voornoemde [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer 4] en [naam slachtoffer 6] en [naam slachtoffer 7] en [naam slachtoffer 8] en [naam slachtoffer 9] en [naam slachtoffer 10] en [naam slachtoffer 11] gevraagd het bedrag voor dat goed en/of bijkomende kosten vooruit te betalen naar rekeningnummer [bankrekeningnummer 2] , ten name van een andere persoon dan verdachte, terwijl dat rekeningnummer in werkelijkheid op naam van verdachte [naam verdachte] stond en
- voornoemde [naam slachtoffer 3] en [naam slachtoffer 5] gevraagd het bedrag voor dat goed en/of bijkomende kosten vooruit te betalen naar rekeningnummer [bankrekeningnummer 3] , ten name van een andere persoon dan verdachte, terwijl dat rekeningnummer in werkelijkheid op naam van verdachte [naam verdachte] stond en voornoemde personen medegedeeld dat het goed zou worden opgestuurd, zodra het geld op genoemde rekeningen zou staan en
- zich aldus voorgedaan als een persoon die het goed zou kunnen en willen leveren, waardoor genoemde personen telkens werden bewogen tot bovenomschreven afgiftes.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet (ook) daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
oplichting, meermalen gepleegd,
en
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straffen zijn gebaseerd
Verdachte heeft zich gedurende een periode van ruim twee jaren bezig gehouden met oplichtingspraktijken op het internet. Hij heeft in deze periode elf slachtoffers opgelicht en bewogen tot afgifte van geld door op de website van Marktplaats telkens goederen aan te bieden, waarvan de verdachte wist dat hij die niet kon en zou leveren. Door aldus te handelen heeft verdachte de slachtoffers financieel benadeeld en schade toegebracht aan het vertrouwen dat in het economisch verkeer moet kunnen worden gesteld in de wijze waarop (via Marktplaats) goederen worden verkocht en gekocht.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 6 september 2017, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
De rechtbank neemt het de verdachte kwalijk dat hij het bewezen verklaarde feit heeft gepleegd, uitsluitend ten behoeve van zijn eigen financieel gewin. De rechtbank heeft bij de strafoplegging de stelselmatigheid van het handelen van de verdachte meegewogen en de hoeveelheid slachtoffers die hij heeft gemaakt.
De verdachte heeft op de terechtzitting verteld over de omstandigheden die hem destijds tot het plegen van het feit brachten. Echter die omstandigheden, hoe betreurenswaardig die ook zijn, rechtvaardigen het handelen van de verdachte niet. De verdachte heeft op de zitting de indruk gewekt dat nu ook in te zien en heeft spijt betuigd. Hij heeft op de terechtzitting het feit bekend om schoon schip te maken en hij heeft aangegeven zijn leven te willen beteren.
In het voordeel van de verdachte heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat er sinds het bewezenverklaarde feit al geruime tijd is verstreken, terwijl de verdachte (voor zover bekend) nadien geen nieuwe strafbare feiten heeft gepleegd. Ook is meegewogen dat de hoogte van het geldbedrag dat de verdachte de slachtoffers afhandig heeft gemaakt beperkt is gebleven.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf van na te noemen duur passend en geboden is. De gevangenisstraf wordt voorwaardelijk opgelegd om de verdachte de kans te geven te laten zien dat hij zijn leven echt gaat beteren. Gaat hij toch in de fout, dan weet hij dat daar direct consequenties aan verbonden zijn.
In tegenstelling tot de officier van justitie, komt de rechtbank tot de bewezenverklaring van maar één feit, waardoor de op te leggen straf lager is dan de eis van de officier van justitie.

8.Vorderingen benadeelde partijen/ schadevergoedingsmaatregelen

Als benadeelde partijen hebben zich in het geding gevoegd:
Naam
Woonplaats
Gevorderde materiële schade
Gevorderde immateriële schade
Wettelijke rente gevorderd?
[naam benadeelde 1]
Marum
€ 164,-
-
ja
[naam benadeelde 2]
Groningen
€ 287,-
-
ja
[naam benadeelde 3]
Hellendoorn
€ 206,95
-
ja
[naam benadeelde 4]
Amsterdam
€ 230,-
-
ja
[naam benadeelde 5]
Eindhoven
€ 247,13
-
ja
[naam benadeelde 6]
Alphen aan den Rijn
€ 20,-
-
ja
Nu alle benadeelde partijen geld aan de verdachte hebben overgemaakt, zonder dat de verdachte de aan hen beloofde goederen heeft geleverd, is komen vast te staan dat aan alle benadeelde partijen als gevolg van het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks schade is toegebracht.
Voor de benadeelde partijen [naam benadeelde 2] , [naam benadeelde 3] , [naam benadeelde 4] en [naam benadeelde 6] geldt dat zij als schadevergoeding enkel het bedrag hebben gevorderd dat zij aan of ten behoeve van de verdachte hebben overgemaakt. De benadeelde partij [naam benadeelde 5] heeft, naast het bedrag dat zij aan de verdachte heeft overgemaakt, ook de reiskosten en parkeerkosten gevorderd. Nu de verdachte de hoogte van die gevorderde schadevergoedingen niet heeft betwist, zullen deze vorderingen worden toegewezen. De rechtbank zal voorts toewijzen de gevorderde en niet betwiste wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan.
De benadeelde partij [naam benadeelde 1] heeft, naast het geldbedrag van € 150,- dat hij heeft overgemaakt voor de telefoon, ook nog een bedrag van € 14,- gevorderd als wettelijke rente. De rechtbank zal de vordering van [naam benadeelde 1] toewijzen tot een bedrag van € 150,-. Het gevorderde bedrag van € 14,- aan wettelijke rente zal worden afgewezen, nu de rechtbank over het toegewezen bedrag de wettelijke rente zal toewijzen vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan.
De verdachte zal hoofdelijk worden veroordeeld tot betaling van de vordering van de benadeelde partij [naam benadeelde 3] , nu de verdachte de oplichting ten aanzien van deze benadeelde-partij samen met zijn mededader [naam medeverdachte 3] heeft gepleegd. De verdachte en [naam medeverdachte 3] zijn daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader de benadeelde partij betaalt is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
Nu de vorderingen van de benadeelde partijen in overwegende mate zullen worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 22c, 22d, 36f, 47, 63, 326 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde feit zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van vier (4) weken;
bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 2 jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
stelt als algemene voorwaarden:
  • de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
  • de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
honderdtachtig (180) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
negentig (90) dagen;
wijst de vorderingen van de benadeelde partijen toe als opgenomen in onderstaande tabel en veroordeelt de verdachte deze bedragen tegen kwijting aan onderstaande personen te betalen, met dien verstande dat de verdachte hoofdelijk met diens mededader [naam medeverdachte 3] , des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, wordt veroordeeld tot betaling van de vordering van de benadeelde partij [naam benadeelde 3] ;
bepaalt dat in onderstaande tabel weergegeven bedragen worden vermeerderd met de
wettelijke rentevanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten de dag waarop de betreffende diefstal is gepleegd, tot aan de dag van de algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte de
schadevergoedingsmaatregelop, inhoudende de verplichting aan de Staat ten behoeve van in onderstaande tabel genoemde benadeelde partijen te betalen de bedragen zoals in onderstaande tabel opgenomen, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van het aantal dagen zoals in onderstaande tabel vermeld, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partijen, waaronder begrepen betaling door zijn mededader/mededaders, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
Naam
Woonplaats
Bedrag
zegge
Vervangende
hechtenis
[naam benadeelde 1]
Marum
€ 150,-
honderdvijftig euro
3 dagen
[naam benadeelde 2]
Groningen
€ 287,-
tweehonderdzevenentachtig euro
5 dagen
[naam benadeelde 3]
Hellendoorn
€ 206,95
tweehonderdenzes euro en vijfennegentig cent
4 dagen
[naam benadeelde 4]
Amsterdam
€ 230,-
tweehonderddertig euro
4 dagen
[naam benadeelde 5]
Eindhoven
€ 247,13
tweehonderdzevenenviertig euro en dertien cent
4 dagen
[naam benadeelde 6]
Alphen aan den Rijn
€ 20,-
twintig euro
1 dag
wijst af het door de benadeelde partijen meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.A. van der Laan-Kuijt, voorzitter,
en mrs. M. Smit en L. Amperse, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S. Salah-Hashim, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 31 mei 2013 tot en met 23 december 2015 te Dordrecht en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels.
  • [naam slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van 258,50 euro en/of
  • [naam slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van 30 euro en/of
  • [naam slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van 150 euro en/of
  • [naam slachtoffer 4] heeft bewogen tot de afgifte van 287 euro en/of
  • [naam slachtoffer 5] heeft bewogen tot de afgifte van 206,95 euro en/of
  • [naam slachtoffer 6] heeft bewogen tot de afgifte van 216,75 euro en/of
  • [naam slachtoffer 7] heeft bewogen tot de afgifte van 230 euro en/of
  • [naam slachtoffer 8] heeft bewogen tot de afgifte van 150 euro en/of
  • [naam slachtoffer 9] heeft bewogen tot de afgifte van 212,50 euro en/of
  • [naam slachtoffer 10] heeft bewogen tot de afgifte van 20,69 euro en/of
  • [naam slachtoffer 11] heeft bewogen tot de afgifte van 30 euro,
in elk geval genoemde perso(o)n(en) (telkens) heeft bewogen tot de afgifte van enig geldbedrag, althans enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - (telkens) valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid,
- op internet (via Marktplaats.nl) in (een) advertentie(s) (een) goed(eren) (Apple Iphone(s) en/of (een) computerspel(len) (FIFA 16 en/of Grand Theft Auto V) te koop aangeboden en/of
- daarbij (telkens) een valse naam gebruikt en/of
- voornoemde [naam slachtoffer 1] (per email) gevraagd het bedrag voor dat goed en/of bijkomende kosten vooruit te betalen en/of over te maken naar rekeningnummer [bankrekeningnummer 1] , ten name van een andere persoon dan verdachte en/of
- voornoemde [naam slachtoffer 2] en/of [naam slachtoffer 4] en/of [naam slachtoffer 6] en/of [naam slachtoffer 7] en/of [naam slachtoffer 8] en/of [naam slachtoffer 9] en/of [naam slachtoffer 10] en/of [naam slachtoffer 11] (per email) gevraagd het bedrag voor dat/die goed(eren) en/of bijkomende kosten vooruit te betalen en/of over te maken naar rekeningnummer [bankrekeningnummer 2] , ten name van een andere persoon dan verdachte, terwijl dat rekeningnummer in werkelijkheid op naam van verdachte [naam verdachte] stond en/of
- voornoemde [naam slachtoffer 3] en/of [naam slachtoffer 5] (per email) gevraagd het bedrag voor dat/die goed(eren) en/of bijkomende kosten vooruit te betalen en/of over te maken naar rekeningnummer [bankrekeningnummer 3] , ten name van een andere persoon dan verdachte, terwijl dat rekeningnummer in werkelijkheid op naam van verdachte [naam medeverdachte 3] stond en/of
- ( één of meer van) voornoemde perso(o)n(en) (per email) medegedeeld dat het/de goed(eren) zouden worden opgestuurd of afgeleverd, zodra het geld op genoemde rekeningen zou staan en/of
- zich aldus (telkens) voorgedaan als (een) persoon die het/de goed(eren) zou kunnen en/of willen leveren, waardoor genoemde perso(o)n(en) (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(s);
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
(parketnummer 219260-16)
hij in of omstreeks de periode van 3 juli 2015 tot en met 28 augustus 2015 te Papendrecht en/of Dordrecht, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels [naam slachtoffer 12] en/of [naam slachtoffer 13] en/of [naam slachtoffer 14] en/of [naam slachtoffer 15] en/of [naam slachtoffer 16] en/of een of meer anderen tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en) heeft bewogen tot de afgifte van geld, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededaders met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - (telkens) opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- op/via het onlineplatform RS-winkel (behorende bij het online spel Runescape) een Runescape-account aangeboden en/of
- zich hierbij voorgedaan als [naam 1] en/of hierbij
- een foto gevoegd van het identiteitsbewijs van die [naam 1] en/of
- zich voorgedaan als [naam 2] en/of
- vervolgens via Whatsapp gevraagd het geldbedrag over te maken op rekeningnummer [bankrekeningnummer 4] ,
waardoor genoemde perso(o)n(en) (telkens) werden bewogen tot bovenomschreven afgifte(s).