ECLI:NL:RBROT:2017:10281

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 oktober 2017
Publicatiedatum
9 januari 2018
Zaaknummer
10/682018-17
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van oplichting via internetadvertenties

Op 12 oktober 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplegen van oplichting. De zaak betreft een reeks oplichtingspraktijken waarbij de verdachte samen met anderen via Marktplaats.nl valse advertenties voor Apple iPhones heeft geplaatst. De slachtoffers werden misleid en bewogen tot het overmaken van geldbedragen, met de belofte dat de goederen zouden worden geleverd. De verdachte heeft het bewezen verklaarde feit bekend en er is geen vrijspraak bepleit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde feit, namelijk het medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd. De rechtbank heeft de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van één week, die voorwaardelijk is opgelegd, en een taakstraf van tachtig uren. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van € 206,95 aan de benadeelde partij, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft ook een schadevergoedingsmaatregel opgelegd, waarbij de verdachte hoofdelijk aansprakelijk is samen met zijn mededader. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, met mr. M.A. van der Laan-Kuijt als voorzitter.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/682018-17
Datum uitspraak: 12 oktober 2017
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres verdachte] [woonplaats verdachte] .

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 28 september 2017.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. T. Slieker heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 100 uren, waarvan 20 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op meer tijdstippen omstreeks 8 september 2015 te Dordrecht of elders in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [naam slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van 258,50 euro en
- [naam slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van 150 euro en
- [naam slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van 206,95 euro,
hebbende verdachte en/of zijn mededader toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid,
- op internet via Marktplaats.nl in advertenties Apple Iphones te koop aangeboden en
- daarbij telkens een valse naam gebruikt en
- voornoemde [naam slachtoffer 1] gevraagd het bedrag voor dat goed en bijkomende kosten vooruit te betalen naar rekeningnummer [bankrekeningnummer 1] , ten name van een andere persoon dan verdachte en
- voornoemde [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer 3] gevraagd het bedrag voor dat goed en/of bijkomende kosten vooruit te betalen naar rekeningnummer [bankrekeningnummer 2] , ten name van een andere persoon dan verdachte, terwijl dat rekeningnummer in werkelijkheid op naam van verdachte [naam verdachte] stond en
- meer van voornoemde personen medegedeeld dat het goed zou worden opgestuurd, zodra het geld op genoemde rekeningen zou staan en
- zich aldus voorgedaan als een persoon die het goed zou kunnen en willen leveren, waardoor genoemde personen telkens werden bewogen tot bovenomschreven afgiftes.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet (ook) daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straffen zijn gebaseerd
De verdachte heeft zich samen met een ander bezig gehouden met oplichtingspraktijken op het internet. Samen hebben zij drie slachtoffers opgelicht en bewogen tot afgifte van geld door op de website van Marktplaats telkens goederen aan te bieden, waarvan zij wisten dat zij die niet konden en zouden leveren. Door aldus te handelen heeft verdachte de slachtoffers financieel benadeeld en schade toegebracht aan het vertrouwen dat in het economisch verkeer moet kunnen worden gesteld in de wijze waarop (via Marktplaats) goederen worden verkocht en gekocht.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 6 september 2017, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
De rechtbank neemt het de verdachte kwalijk dat hij het bewezen verklaarde feit heeft gepleegd ten behoeve van zijn eigen financieel gewin. In zijn voordeel weegt de rechtbank mee dat hij vanaf het begin van het onderzoek openheid van zaken heeft gegeven en dat hij ter terechtzitting spijt heeft betuigd en heeft aangegeven zijn leven te willen beteren. Voorts weegt de rechtbank in het voordeel van de verdachte mee dat de verdachte een first offender is, dat er sinds het bewezenverklaarde feit al geruime tijd is verstreken en dat de hoogte van het geldbedrag dat de verdachte de slachtoffers afhandig heeft gemaakt beperkt is gebleven.
De rechtbank is van oordeel dat een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf van na te noemen duur passend en geboden is. De gevangenisstraf wordt voorwaardelijk opgelegd om de verdachte de kans te geven te laten zien dat hij zijn leven echt gaat beteren. Gaat hij toch in de fout, dan weet hij dat daar direct consequenties aan verbonden zijn.

8.Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel

Als benadeelde partij heeft zich ter zake van het primair ten laste gelegde feit in het geding gevoegd [naam benadeelde] . De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 206,95 aan materiële schade. Nu is komen vast te staan dat de benadeelde partij [naam benadeelde] als gevolg van het primair bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks schade is toegebracht en de verdachte de hoogte van de gevorderde schadevergoeding niet heeft betwist, zal de vordering worden toegewezen.
Nu de verdachte het strafbare feit waarmee bij de strafoplegging rekening is gehouden, ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend, samen met zijn mededader [naam mededader] heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader de benadeelde partij betaalt is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 9 september 2015.
Nu de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f, 47, 326 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het primair ten laste gelegde feit zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van één (1) week;
bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 2 jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
stelt als algemene voorwaarden:
  • de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
  • de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
tachtig (80) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
veertig (40) dagen;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij
[naam benadeelde]tot een bedrag van
€ 206,95 (zegge tweehonderdenzes euro en vijfennegentig cent);
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met diens mededader [naam mededader] , des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij, te betalen een bedrag van
€ 206,95 (zegge: tweehonderdzes euro en vijfennegentig cent), bestaande uit € 206,95 aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 9 september 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 206,95(hoofdsom,
zegge: tweehonderdzes euro en vijfennegentig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf tot aan de dag van de algehele voldoening;
beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van
€ 206,95 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
vier (4) dagen;
toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, waaronder begrepen betaling door zijn mededader, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.A. van der Laan-Kuijt, voorzitter,
en mrs. M. Smit en L. Amperse, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S. Salah-Hashim, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 september 2015 tot en met 28 december 2016 te Dordrecht en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [naam slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van 258,50 euro en/of
- [naam slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van 150 euro en/of
- [naam slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van 206,95 euro
in elk geval genoemde perso(o)n(en) telkens heeft bewogen tot de afgifte van enig geldbedrag, althans enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - (telkens) valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid,
- op internet (via Marktplaats.nl) in (een) advertentie(s) (een) (Apple Iphone(s) te koop aangeboden en/of
- daarbij (telkens) een valse naam gebruikt en/of
- voornoemde [naam slachtoffer 1] (per email) gevraagd het bedrag voor dat goed en/of bijkomende kosten vooruit te betalen en/of over te maken naar rekeningnummer [bankrekeningnummer 1] , ten name van een andere persoon dan verdachte en/of
- voornoemde [naam slachtoffer 2] en/of [naam slachtoffer 3] (per email) gevraagd het bedrag voor dat/die goed(eren) en/of bijkomende kosten vooruit te betalen en/of over te maken naar rekeningnummer [bankrekeningnummer 2] , ten name van een andere persoon dan verdachte, terwijl dat rekeningnummer in werkelijkheid op naam van verdachte [naam verdachte] stond en/of
- ( één of meer van) voornoemde perso(o)n(en) (per email) medegedeeld dat het/de goed(eren) zouden worden opgestuurd o£ afgeleverd, zodra het geld op genoemde rekeningen zou staan en/of
- zich aldus (telkens) voorgedaan als (een) persoon die het/de goed(eren) zou kunnen en/of willen leveren, waardoor genoemde perso(o)n(en) (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(s);
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Stra£recht
art 326 lid 1 Wetboek van Stra£recht
Subsidiair, voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[naam mededader] op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 september 2015 tot en met 28 december 2016 te Dordrecht en/of elders in Nederland, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [naam slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van 258,50 euro en/of
- [naam slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van 150 euro en/of
- [naam slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van 206,95 euro,
in elk geval genoemde perso(o)n(en) (telkens) heeft bewogen tot de afgifte van enig geldbedrag, althans enig goed,
hebbende [naam mededader] toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - (telkens) valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid,
- op internet (via Marktplaats.nl) in (een) advertentie(s) (een) (Apple Iphone(s) te koop aangeboden en/of
- daarbij (telkens) een valse naam gebruikt en/of
- voornoemde [naam slachtoffer 1] (per email) gevraagd het bedrag voor dat goed en/of bijkomende kosten vooruit te betalen en/of over te maken naar rekeningnummer [bankrekeningnummer 1] , ten name van een andere persoon dan [naam mededader] en/of
- voornoemde [naam slachtoffer 2] en/of [naam slachtoffer 3] (per email) gevraagd het bedrag voor dat/die goed(eren) en/of bijkomende kosten vooruit te betalen en/of over te maken naar
rekeningnummer [bankrekeningnummer 2] , ten name van een andere persoon dan [naam mededader] , terwijl dat rekeningnummer in werkelijkheid op naam van [naam verdachte] stond en/of
- ( één of meer van) voornoemde perso(o)n(en) (per email) medegedeeld dat het/de goed(eren) zouden worden opgestuurd of afgeleverd, zodra het geld op genoemde rekeningen zou staan en/of
- zich aldus (telkens) voorgedaan als (een) persoon die het/de goed(eren) zou kunnen en/of willen leveren.
waardoor genoemde perso(o)n(en) (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(s),
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 8 september 2015 tot en met 28 december 2016 te Dordrecht en/of elders in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door (telkens) zijn, verdachtes, rekeningnummer en/of email-adres beschikbaar te stellen.
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht