Op 24 oktober 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensensmokkel. De verdachte, geboren in [geboortedatum verdachte] te [geboorteplaats verdachte], zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, was gedetineerd in de PI Rijnmond. De zaak kwam voor de rechtbank na een terechtzitting op 10 oktober 2017, waar de tenlastelegging werd besproken. De officier van justitie, mr. M. Blom, eiste bewezenverklaring van de tenlastelegging en een gevangenisstraf van vijf maanden. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor feit 2, en sprak de verdachte daarvan vrij. Echter, voor feit 1, dat betrekking had op het helpen van een medeverdachte met valse identiteitsdocumenten, oordeelde de rechtbank dat de verdachte ernstige redenen had om te vermoeden dat de medeverdachte niet rechtmatig naar het Verenigd Koninkrijk kon reizen. De verdachte had de medeverdachte van Italië naar Nederland vervoerd en een ferry-ticket naar Groot-Brittannië aangeschaft. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte mensensmokkel had gepleegd, maar sprak hem partieel vrij van het uit winstbejag helpen van de medeverdachte. De rechtbank legde een gevangenisstraf van drie maanden op, met aftrek van voorarrest, en verklaarde de in beslag genomen auto verbeurd. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken.