Uitspraak
[De verdachte],
Onderzoek op de terechtzitting
Tenlastelegging
Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair, 2, 3 en 4 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 28 jaar met aftrek van voorarrest.
Waardering van het bewijs
‘terug zouden komen en dat zij eraan zouden gaan’. Nadat zij gedurende enige tijd over dat plan hadden nagedacht hebben zij de daad bij het woord gevoegd en hebben zij de beide slachtoffers vermoord. De verdachte en [medeverdachte 1] hebben daarmee ook twee vuurwapens in vereniging voorhanden gehad. De verdachte heeft op zijn vlucht vervolgens geschoten op en/of in de richting van een vijftal leden van de [familie slachtoffers]. Dit handelen kan worden bewezenverklaard als een poging doodslag op [benadeelde partij 1], [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] en de bedreiging met de dood van [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 5].
- De verdachte is niet de (mede)pleger van de bedreiging die rond 17:00 uur bij de woning heeft plaatsgevonden. De verdachte heeft de bedreigingen niet geuit en van een nauwe en bewuste samenwerking is bij het uiten van de woorden door [medeverdachte 1] niet gebleken.
- Niet kan worden vastgesteld dat de door de verdachte afgevuurde kogels de dodelijke verwondingen bij de slachtoffers hebben veroorzaakt.
- De verklaringen van [getuige 1] zijn onbetrouwbaar en moeten worden uitgesloten van het bewijs.
- Van nauwe en bewuste samenwerking met een andere schutter is geen sprake geweest zodat bij het dodelijke schietincident het medeplegen niet kan worden vastgesteld.
- Van voorbedachte raad is bij het schietincident geen sprake geweest.
- Uit het dossier kan niet blijken waar de achtervolgende personen hebben gestaan op het moment dat de verdachte heeft geschoten, zodat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte opzet op de dood van de achtervolgende personen heeft gehad.
(Mede)plegen bedreigingen
: ‘Ik kom wel terug. Jullie gaan eraan. Jullie gaan zien’, ‘Ik kom terug voor jullie’ en ‘...we komen terug, je bent de lul....’in de richting van de daar aanwezige leden van de [familie slachtoffers].
- Op de plaats delict zijn in de directe omgeving van één van de slachtoffers bij elkaar gegroepeerd vier hulzen van het kaliber 9 mm en twee hulzen van het kaliber 7.65 mm gevonden. De vier 9 mm hulzen zijn verschoten met één vuurwapen met een kaliber van 9 mm en de twee 7.65 mm hulzen zijn verschoten met één vuurwapen van het kaliber 7.65 mm.
- De kogels en/of kogeldelen die zijn aangetroffen in de arm van [slachtoffer 1] en in de kleding van de beide slachtoffers zijn verschoten met hetzelfde wapen met een 9 mm kaliber.
- Op de handenschoenen en de mouwen van de jas van [slachtoffer 2] en op de handen en de mouwen van het colbert van [slachtoffer 1] zijn schotresten aangetroffen. Deze schotresten hebben eenzelfde elementsamenstelling als één van de twee 7.65 mm hulzen die op de plaats delict zijn aangetroffen.
‘tak, tak, tak’hoort.
dodelijkeverwondingen bij de slachtoffers hebben veroorzaakt geen bespreking meer.
- De verdachte is niet de medepleger van de bedreigingen van enkele leden van de [familie slachtoffers] bij de woning rond 17:00 uur.
- De verdachte is niet direct betrokken bij de schermutseling tussen [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1] bij de woning rond 17:00 uur.
- [Slachtoffer 2] is rond 17:00 uur niet bij de woning aanwezig.
- Niet is komen vast te staan dat [medeverdachte 1] de tweede schutter van het schietincident is geweest (zie ook nader: het op 21 december 2017 uitgesproken vonnis in de zaak tegen [medeverdachte 1], 10/710524-16).
- Na te hebben geschoten op [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] is de verdachte weggerend in de richting van de Aldi.
- De verdachte is achtervolgd door een groep van vijf familieleden van de slachtoffers.
- Verdachte heeft op zijn vluchtweg geschoten om de achtervolgers op afstand te houden.
- Op zijn vluchtweg worden drie hulzen van het kaliber 9 mm aangetroffen die afkomstig zijn uit hetzelfde wapen dat is gebruikt bij het dodelijke schietincident.
en/ofin de richting
en/ofin de richting van, die [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 3] en [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 5]
Strafbaarheid feiten
1. (primair) medeplegen van doodslag, meermalen gepleegd;
2. eendaadse samenloop van poging tot doodslag en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd.
3. medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II of een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd
Strafbaarheid verdachte
Motivering straf
Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregelen
- toewijzing van de vorderingen van [benadeelde partij 6], [benadeelde partij 7], [benadeelde partij 2], [benadeelde partij 10], [benadeelde partij 11] en [benadeelde partij 1];
- niet-ontvankelijk verklaring van de vorderingen van [benadeelde partij 8] en [benadeelde partij 9];
- gedeeltelijke toewijzing en gedeeltelijke niet-ontvankelijk verklaring van de vorderingen van [benadeelde partij 3] en [benadeelde partij 4].
Immateriële schade in de vorm van shockschade (vorderingen a t/m i)
[benadeelde partij 6], [benadeelde partij 7], [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 10]
[benadeelde partij 11], [benadeelde partij 8], [benadeelde partij 3], [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 9]
[benadeelde partij 6]
[benadeelde partij 11]
[benadeelde partij 1]
- [benadeelde partij 6]: € 5.360,50 aan materiële schade en € 5.000,00 aan immateriële schade;
- [benadeelde partij 7]: € 5.000,00 aan immateriële schade;
- [benadeelde partij 2]: € 5.000,00 aan immateriële schade;
- [benadeelde partij 10]: € 5.000,00 aan immateriële schade;
- [benadeelde partij 11]: € 2.830,15 aan materiële schade;
- [benadeelde partij 3]: € 1.000,00 aan immateriële schade;
- [benadeelde partij 4]: € 1.000,00 aan immateriële schade;
- [benadeelde partij 1]: € 149,95 aan materiële schade en € 2.000,00 aan immateriële schade.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Bijlagen
Beslissing
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 jaar;
[benadeelde partij 6], te betalen een bedrag van
€ 10.360,50 (zegge: tienduizenddriehonderdzestig euro en vijftig eurocent), bestaande uit € 5.360,50 aan materiële schade en € 5.000,00 aan immateriële schade;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 10.360,50(hoofdsom,
zegge: tienduizenddriehonderdzestig euro en vijftig eurocent); beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 10.360,50 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
86 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
[benadeelde partij 7], te betalen een bedrag aan immateriële schade van
€ 5.000,00 (zegge: vijfduizend euro);
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 5.000,00(hoofdsom,
zegge: vijfduizend euro); beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 5.000,00 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
60 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
[benadeelde partij 2], te betalen een bedrag aan immateriële schade van
€ 5.000,00 (zegge: vijfduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 26 december 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 5.000,00(hoofdsom,
zegge: vijfduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 december 2016 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 5.000,00 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
60 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
[benadeelde partij 8] en [benadeelde partij 9]niet-ontvankelijk in de vorderingen; bepaalt dat deze vorderingen slechts kunnen worden aangebracht bij de burgerlijke rechter
[benadeelde partij 10], te betalen een bedrag aan immateriële schade van
€ 5.000,00 (zegge: vijfduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 26 december 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 5.000,00(hoofdsom,
zegge: vijfduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 december 2016 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 5.000,00 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
60 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
[benadeelde partij 11], te betalen een bedrag aan materiële schade van
€ 2.830,15 (zegge: tweeduizendachthonderddertig euro en vijftien eurocent);
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 2.830,15(hoofdsom,
zegge: tweeduizendachthonderddertig euro en vijftien eurocent); beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 2.830,15 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
38 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
[benadeelde partij 3], te betalen een bedrag aan immateriële schade van
€ 1.000,00 (zegge: duizend euro);
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 1.000,00(hoofdsom,
zegge: duizend euro); beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 1.000,00 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
20 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
[benadeelde partij 4], te betalen een bedrag aan immateriële schade van
€ 1.000,00 (zegge: duizend euro);
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 1.000,00(hoofdsom,
zegge: duizend euro); beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 1.000,00 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
20 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
[benadeelde partij 1], te betalen een bedrag van
€ 2.149,95 (zegge: tweeduizendhonderdnegenenveertig euro en vijfennegentig eurocent ), bestaande uit
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 2.149,95(hoofdsom,
zegge: tweeduizendhonderdnegenenveertig euro en vijfennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 december 2016 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van
31 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.