Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
DFDS Seaways B.V.,
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 22 december 2016 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen DFDS Seaways B.V. en de werknemer, aangeduid als [verweerder]. DFDS verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van verwijtbaar handelen van [verweerder] en een verstoorde arbeidsverhouding, als gevolg van de detentie van [verweerder] na een veroordeling tot vier jaar gevangenisstraf voor ernstige misdrijven, waaronder poging tot doodslag. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verweerder] sinds zijn arrestatie op 23 augustus 2015 niet meer heeft gewerkt en dat er een aanzienlijke impact is op de werkvloer, waar collega’s bang zijn voor zijn terugkeer. De kantonrechter heeft de verklaringen van anonieme werknemers in overweging genomen, die hun zorgen over [verweerder] hebben geuit, en heeft geconcludeerd dat de detentie van [verweerder] zodanig is dat van DFDS in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst voort te zetten. De kantonrechter heeft het verzoek tot ontbinding toegewezen, met ingang van 1 januari 2017, en bepaald dat [verweerder] geen recht heeft op een transitievergoeding, aangezien de ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van [verweerder]. De kosten van de procedure worden door beide partijen zelf gedragen.