ECLI:NL:RBROT:2016:980
Rechtbank Rotterdam
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen en vaststelling van dwangsom door bestuursorgaan
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam op zijn bezwaarschrift. Eiser had op 20 februari 2015 bezwaar gemaakt tegen een beslissing van verweerder van 18 maart 2015. Verweerder heeft op 17 december 2015 het bezwaarschrift gegrond verklaard en de proceskosten vergoed. Tevens heeft verweerder de verbeurde dwangsom vastgesteld op € 1.260,00, omdat de beslistermijn met meer dan 42 dagen was overschreden.
Eiser is van mening dat de dwangsom niet correct is vastgesteld en heeft aangevoerd dat het billijk zou zijn om ook over de periode van het indienen van het beroep tot de beslissing op het bezwaar een vergoeding vast te stellen. De rechtbank heeft overwogen dat de dwangsom overeenkomstig artikel 4:17 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is vastgesteld op het maximale bedrag. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen grondslag is voor de eis van eiser om ook voor de periode tussen het indienen van het beroep en de beslissing op het bezwaar een dwangsom vast te stellen.
De rechtbank heeft het beroep tegen het niet tijdig beslissen kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en het beroep tegen de vaststelling van de dwangsom ongegrond verklaard. Verweerder is veroordeeld tot vergoeding van het betaalde griffierecht en de proceskosten van eiser. De uitspraak is gedaan door mr.dr. P.G.J. van den Berg en is openbaar uitgesproken op 11 februari 2016.