Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde sub4],
1.De procedure
- de dagvaarding van 3 februari 2016, met producties;
- het incidentele vonnis van 15 juni 2016, waarbij het aan [gedaagde sub1] , Dimo Beheer, Vof Alliance en Stichting Dimo Beheer is toegestaan [gedaagde sub3] en [gedaagde sub4] in vrijwaring op te roepen, alsmede de daaraan ten grondslag liggen processtukken;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis (de brief) van 3 augustus 2016 waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- de zittingsagenda van 30 augustus 2016;
- het proces-verbaal van comparitie van 26 oktober 2016.
2.De vaststaande feiten
[gedaagde sub4][..]
[gedaagde sub3] ,[..];
DIMO BEHEER B.V.,[..];
[gedaagde sub1] ,[..];
[overledene].
eovereenkomst van 5 mei 2013 onder algemene titel is overgegaan op de Erven.
3.Het geschil
- Er is niet voldaan aan de in de overeenkomst van 5 mei 2013 opgenomen verplichting tot betaling van rente op 31 december 2013, zodat deze overeenkomst toen reeds opeisbaar is geworden; overigens is ook hierna nooit rente betaald;
- De Erven hebben [gedaagde sub1] meermalen gemaand over te gaan tot terugbetaling van de lening, maar hieraan is, ondanks de gehoudenheid daartoe van [gedaagde sub1] op grond van de overeenkomst van 5 mei 2013, nooit gevolg gegeven;
- De contractuele rente van 3% over het eerste uitgeleende bedrag van € 25.000,00 vanaf de datum van overschrijving, 12 februari 2013, tot de datum van ingebrekestelling, 11 februari 2014, bedraagt € 750,00; de contractuele rente van 3% over het vervolgens uitgeleende bedrag van € 75.000,00 vanaf de datum van overschrijving, 9 mei 2013, tot de datum van ingebrekestelling, 11 februari 2014 bedraagt € 1.719,86, zodat per 11 februari 2014 de in totaal verschuldigde contractuele rente € 2.469,86 bedroeg; de samengestelde wettelijke (handels)rente over het aldus ontstane verschuldigde bedrag van € 102.469,86 (€ 100.000,00 + € 2.469,86) bedraagt per 2 februari 2016 € 17.204,64; “[d]it brengt het totaal vooralsnog op € 119.574,50”;
- De verschuldigde buitengerechtelijke kosten over € 119.574,50 komen ingevolge de WIK uit op € 1.970,75;
- [gedaagde sub3] is jegens de Erven aansprakelijk uit hoofde van onverschuldigde betaling in de zin van artikel 6:203 BW; deze vennootschap heeft het bedrag van € 100.000,00 immers feitelijk ontvangen van [overledene] , terwijl de overeenkomst van 5 mei 2013 door hem was gesloten met [gedaagde sub1] ;
- [gedaagde sub4] is jegens de Erven aansprakelijk op grond van onrechtmatige daad omdat hij “een onnavolgbaar netwerk van rechtspersonen en ondernemingen” heeft gecreëerd;
- Dimo Beheer is jegens de Erven aansprakelijk op grond van onrechtmatige daad wegens misbruik van identiteitsverschil;
- Aan misbruik van identiteitsverschil maken ook Vof Alliance en STAK Dimo Beheer zich schuldig, zodat ook deze partijen jegens de Erven aansprakelijk zijn.
- [gedaagde sub1] is geen partij (geworden) bij de overeenkomst van 5 mei 2013;
- De aan de overeenkomst van 5 mei 2013 ten grondslag liggende rechtshandeling is tot stand gekomen door bedreiging, bedrog of misbruik van omstandigheden en is derhalve vernietigbaar; er was namelijk geen legitieme reden om deze overeenkomst op naam van [gedaagde sub1] te zetten;
- Voor zover de rechtbank [gedaagde sub1] niettemin gebonden acht aan de overeenkomst van 5 mei 2013, geldt subsidiair dat [gedaagde sub1] niet toerekenbaar tekort is geschoten;
- Voor zover de rechtbank echter van oordeel is dat [gedaagde sub1] wel toerekenbaar tekort is geschoten, geldt meer subsidiair dat [overledene] onrechtmatig jegens [gedaagde sub1] heeft gehandeld;
- De vennootschap onder firma met de naam “V.O.F. “Alliance” BV” bestaat niet, zodat de Erven in hun vordering tegen deze partij niet-ontvankelijk moeten worden verklaard;
- Er bestaat evenmin enige basis voor aansprakelijkheid van Dimo Beheer, de vennootschap onder firma V.O.F. “Alliance” en STAK Dimo Beheer;
- Aangezien in de geldleningovereenkomst contractuele rente is overeengekomen, dient de vordering tot betaling van wettelijke handelsrente te worden afgewezen;
- Voor verschuldigdheid van buitengerechtelijke kosten door [gedaagde sub1] , Dimo Beheer, Vof Alliance en STAK Dimo Beheer ontbreekt iedere basis.
4.De beoordeling
het gevorderde tegen [gedaagde sub1]
€ 100.000,00 nog niet heeft terugbetaald overeenkomstig het bepaalde in de overeenkomst van 5 mei 2013 en dat zij evenmin is overgegaan tot betaling van de op grond van deze overeenkomst (zoals gewijzigd op 7 mei 2013) verschuldigde rente. Dat [gedaagde sub1] tot voor kort niet op de hoogte was van de lening omdat [gedaagde sub4] haar daarover niet had geïnformeerd, maakt niet dat [gedaagde sub1] de tekortkoming niet kan worden toegerekend. Die omstandigheid ligt in haar risicosfeer, nu het hier gaat om de interne verhouding tussen de bestuurders van [gedaagde sub1] .
- dagvaardingskosten € 117,33
- vastrecht € 1.548,00
- salaris advocaat € 1.421,00 (1 punt x € 1.421,00)
- totaal € 3.086,33.