ECLI:NL:RBROT:2016:9314
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- A.N. van Zelm van Eldik
- W.J. Roos-van Toor
- L.C. van Walree
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van de griffier en de rechtbank Rotterdam afgewezen wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid
Op 5 oktober 2016 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een wrakingszaak. Het verzoek tot wraking was ingediend door een verzoekster, die zich niet kon vinden in de behandeling van haar zaak door de rechter mr. L.A.C. van Nifterick. De wraking was gericht tegen de griffier van de rechtbank en de rechtbank zelf, en niet tegen de specifieke rechter die de zaak behandelde. De rechtbank heeft vastgesteld dat wraking alleen mogelijk is tegen de rechter(s) die daadwerkelijk een zaak behandelen. In dit geval was het verzoek tot wraking niet ontvankelijk, omdat het niet gericht was tegen de rechter die de zaak van verzoekster behandelde. De rechtbank had eerder al een einduitspraak gedaan in de procedure van verzoekster, waardoor het wrakingsverzoek niet in behandeling kon worden genomen. De rechtbank heeft het verzoek tot wraking dan ook buiten behandeling gesteld, met toepassing van het Wrakingsprotocol. De beslissing werd uitgesproken door de voorzitter en twee andere rechters tijdens een openbare zitting.