Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding met producties;
- een verzoek zijdens Coface van 20 oktober 2016 tot verbetering van het proces-verbaal;
2.De feiten
was toen tevens als manager fulltime werkzaam voor Creditforce Factoring B.V. (hierna: Creditforce) en binnen Creditforce verantwoordelijk voor het aanbrengen van nieuwe klanten.
was in de hier relevante periode via [gedaagde sub2] tevens directeur en aandeelhouder van Intercosmetic.
Creditforce heeft op haar beurt een samenwerkingsovereenkomst gesloten met Coface, die op basis daarvan de bevoorschotting van de vorderingen van Allewelt financierde. Tot zekerheid daarvan heeft Creditforce de door Allewelt aan haar overgedragen of verpande vorderingen, onder gelijke voorwaarden aan Coface overgedragen of verpand.
op 18 november 2008 € 75.000,-
op 26 maart 2009 € 25.000,-
Allewelt was deze bedragen niet verschuldigd aan Principal.
In een voorgenomen transactie zou [gedaagde sub2] aan Principal € 300.000,- schuldig worden.
Deze transactie heeft geen doorgang gevonden.
3.Het geschil
in conventie
(a) te verklaren voor recht dat de curator rechthebbende is op het in escrow geplaatste bedrag ad € 156.229,17, te vermeerderen met de daarover opgebouwde rente en
(b) Coface, [gedaagde sub2] en Intercosmetic hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen in de proceskosten.
Coface stelt zich op het standpunt dat de vordering van Allewelt op Principal in de factoringovereenkomst is overgedragen aan Creditforce, die deze op haar beurt weer heeft overgedragen aan Coface, zodat Coface rechthebbende is op het Escrowbedrag.
(a) te verklaren voor recht dat Coface rechthebbende is op het in escrow geplaatste bedrag ad € 156.229,17, te vermeerderen met de daarover opgebouwde rente en
(b) de curator te veroordelen in de proceskosten.
4.1. Tegen [gedaagde sub2] en Intercosmetic is verstek verleend. De bij de wet voorgeschreven termijnen en formaliteiten zijn in acht genomen en de vordering op [gedaagde sub2] en Intercosmetic komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat deze voor toewijzing vatbaar is.
“Degene die zonder rechtsgrond een prestatie van andere aard heeft verricht, heeft eveneens jegens de ontvanger recht op ongedaanmaking daarvan.”
De rechtbank is om hierna te melden redenen van oordeel dat dit niet het geval is.
Dit betekent dat de vordering evenmin door Creditforce kan zijn overgedragen of verpand aan Coface, zodat haar verweer in conventie faalt en haar op dat verweer gebaseerde vordering in reconventie dient te worden afgewezen.
Uit de vaststaande feiten volgt dat de overboekingen op geen enkele wijze in verband staan met bedrijfsactiviteiten van Allewelt. Onduidelijk is door wie de betalingsopdracht is gegeven maar vast staat dat dit (in elk geval: intern) onbevoegd is gedaan. De betalingsopdracht kwam immers niet Allewelt maar [gedaagde sub2] ten goede die aan Principal geld verschuldigd zou kunnen worden. De vordering van Allewelt op Principal kwalificeert dan ook niet alleen als een vordering tot terugbetaling wegens onverschuldigde betaling maar ook als een vordering die niets van doen heeft met de handelsdebiteuren van Allewelt.
factoringovereenkomst- art.2.1 “Cliënt zal onmiddellijk na het ontstaan van de Vorderingen facturen aan de Debiteuren zenden. (…) Cliënt zal op die facturen vermelden dat de Vorderingen zijn overgedragen”
- art.2.2b “het bedrag van de Vorderingen zoals vermeld op de desbetreffende factuur”
- art.3.7 “CFF is gerechtigd om van de overdracht respectievelijk verpanding mededeling te doen aan de Debiteur”
- art.5.1 “De koopsom wordt telkens opeisbaar op het moment dat door Debiteuren Vorderingen aan CFF zijn betaald (…). De Koopsom wordt daarbij vastgesteld op het bedrag van de Vorderingen op Debiteuren”
algemene voorwaarden- Bevoorschotting: “De door CFF aan Cliënt onder de in de Overeenkomst genoemde voorwaarden verstrekte voorschotten op de afrekening van de koopsom ter zake van de door CFF van Cliënt gekochte en aan haar overgedragen Vorderingen.”
- Concentratiefactor: “Het aandeel van de op enig moment aan CFF overgedragen Vorderingen op een bepaalde Debiteur in het totaal van de Vorderingen op Debiteuren.”
- Debiteur: “Diegene(n) handelend in de uitoefening van beroep of bedrijf, met wie Cliënt overeenkomsten van verkoop en levering van zaken, het verrichten van diensten dan wel andersoortige overeenkomsten heeft gesloten, op grond waarvan Cliënt vorderingen heeft verkregen respectievelijk zal verkrijgen.”
- Koopsom: De (…) prijs die CFF bereid is aan Cliënt te betalen voor (het totaal van) de gekochte en overgedragen Vorderingen.”
- art.4.1 “Indien de Debiteur tekortschiet in de nakoming van enige betalingsverplichting jegens Cliënt ter zake van de Vorderingen”
- art.4.4 “Onverminderd de rechten van CFF uit de wet is CFF, na mededeling van de overdracht respectievelijk verpanding aan de Debiteur, met uitsluiting van Cliënt gerechtigd om:
.in en buiten rechte nakoming van de verplichtingen van de Debiteur uit hoofde van de Vorderingen te eisen;
.de Vorderingen door opzegging van de daaraan ten grondslag liggende overeenkomst opeisbaar te maken (…)
.in en buiten rechte met de Debiteur akkoorden aan te gaan, aan de Debiteur gedeeltelijke of gehele kwijting ter zake van de Vorderingen te verlenen (…);
- art. 5 “De door Cliënt jegens de Debiteur te hanteren (algemene) leverings- en betalingsvoorwaarden zullen in ieder geval bepalingen bevatten inzake:
-de toepasselijkheid van Nederlands recht op de rechtsverhouding waar de Vorderingen uit voortvloeien”
- art. 6.3 “Cliënt zal aan CFF periodiek en op eerste verzoek gespecificeerde overzichten verstrekken van de aan CFF overgedragen en (subsidiair) verpande Vorderingen (debiteurenlijsten) welke tevens dienen te vermelden:
(ii) ten aanzien van welke Vorderingen de in de Overeenkomst vermelde Standaardbetalingstermijn of Uiterste betalingstermijn is verstreken;
(iii) welke achterstallige Vorderingen door de Debiteur worden betwist;
(iv) (voor zover van toepassing) de Kredietlimieten van de Debiteuren.”
- art. 15.3 “Client is niet gerechtigd met de Debiteur overleg te voeren over de betaling of verschuldigdheid van een vordering”
speciale voorwaarden- sub 2. “De eerste Bevoorschotting door CFF, zal onverminderd de overige (in dit verband relevante) bepalingen van de Overeenkomst, worden gebaseerd op de Vorderingen op Debiteuren”
- sub 3. “Cliënt is jegens CFF verschuldigd: Omzetprovisie over het (totaal)bedrag van de Vorderingen op Debiteuren die gedurende de looptijd van de Overeenkomst aan CFF worden overgedragen respectievelijk verpand, berekend in Euro.”
factoringovereenkomst- A: “Cliënt wenst Vorderingen aan CFF te verkopen en over te dragen gelijk CFF bereid is onder voorwaarden van de Overeenkomst Vorderingen te kopen en overgedragen te krijgen. Partijen hebben vastgesteld dat deze koopsom een reële koopsom is voor de volledige Vorderingenportefeuille van de Cliënt”
algemene voorwaarden- Vorderingen: “Bestaande en/of toekomstige vorderingen van cliënt op Debiteuren en derden in de ruimste in die rechtstreeks (zullen) voortvloeien uit bestaande rechtsverhoudingen tussen Cliënt en Debiteuren respectievelijk derden”
- D: “Tot zekerheid van de verplichtingen van Cliënt tot terugbetaling van Bevoorschotting, andere verplichtingen uit de Overeenkomst dan wel uit anderen hoofde wenst CFF (subsidiair) als zekerheid een pandrecht te verwerven op de Vorderingen en Cliënt is daartoe bereid"
- F: “CFF ter financiering van de Koopsom en/of bevoorschotting een overeenkomst is aangegaan met Coface…ten gevolge waarvan de gekochte Vorderingen in eigendom worden overgedragen aan Coface…en het door Cliënt (subsidiair) verstrekte pandrecht, direct bij vestiging wordt herverpand aan Coface.”
- art. 1.1 “Cliënte verkoopt en draagt Vorderingen over aan CFF op de wijze als bepaald in artikel 3 van de Overeenkomst”
- art. 3.1 “Cliënte verkoopt en draagt over aan CFF (i) bij deze en (ii) telkens na het ontstaan ervan alle Vorderingen onder de voorwaarden van de overeenkomst teneinde de Vorderingen goederenrechtelijk volledig in het vermogen van CFF te doen vallen”
- art. 3.2 “subsidiair, indien om welke reden of oorzaak ook Vorderingen goederenrechtelijk niet (volledig) aan CFF worden overgedragen en in het vermogen van CFF vallen, vestigt Cliënt hierbij een eerste pandrecht op alle Vorderingen ten behoeve van CFF (i) bij deze en (ii) voorts telkens na het ontstaan ervan en op eerste verzoek van CFF, tot zekerheid voor de nakoming van al hetgeen Cliënt aan CFF verschuldigd is en/of te eniger tijd verschuldigd zal worden uit hoofde van deze Overeenkomst dan wel uit welken andere hoofde dan ook”
- art. 3.3 “De in artikel 3.1 en 1.2 (rechtbank leest: 3.2) bedoelde overdracht en (subsidiair) verpanding omvat alle Vorderingen”
- art. 3.8 “CFF is te allen tijde gerechtigd de aan haar overgedragen respectievelijk verpande Vorderingen over te dragen respectievelijk te (her)verpanden.”
De in artikel 3 van de algemene voorwaarden meermalen gekozen formulering “alle vorderingen” zou kunnen duiden op meer dan alleen handelsvorderingen. De rechtbank is evenwel van oordeel dat als dit de bedoeling was van Creditforce het op haar weg had gelegen het onderscheid tussen de te bevoorschotten (handels-)vorderingen, en de over te dragen c.q. te verpanden vorderingen duidelijk aan te geven. In de hiervoor aangeduide context, waar in de factoringovereenkomst zelf, overeenkomstig de gebruikelijke betekenis, uitsluitend handelsvorderingen worden bedoeld, biedt de aanduiding “alle” in de algemene voorwaarden deze duidelijkheid niet en dient dit in het nadeel van Creditforce – en daarmee Coface – te worden uitgelegd.
Dit brengt mee dat de vordering in conventie tegen Coface dient te worden toegewezen en de vordering in reconventie van Coface zal worden afgewezen. Voorzover Coface aan de vordering in reconventie heeft beoogd ten grondslag te leggen dat zij – los van de factoringovereenkomsten – een vordering heeft op Allewelt (conclusie van eis in reconventie alinea 54), is dit door Allewelt betwist en ontbreekt elke onderbouwing. De rechtbank gaat hieraan om die reden voorbij.
Omgekeerd houdt de rechtbank in het voordeel van de medegedaagden wel rekening met de omstandigheid dat Coface meer proceskosten heeft veroorzaakt dan de medegedaagden.
betekening dagvaarding € 91,75
griffierecht € 288,-
salaris advocaat (1 punten, liquidatietarief € 1.421,-) € 1.421,-
in reconventie:
5.De beslissing
39/
2053