ECLI:NL:RBROT:2016:9227
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- A.N. van Zelm van Eldik
- J.H. de Wildt
- M. Fiege
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure
Op 9 september 2016 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een wrakingszaak. Verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.J.E. Stout, verzocht om wraking van mr. L.J. van Die, senior rechter in de rechtbank Rotterdam, vanwege vermeende partijdigheid. De wraking was gebaseerd op het feit dat de rechter had besloten om voort te procederen in een civiele procedure, ondanks dat de eiser, [naam eiser], het griffierecht niet tijdig had voldaan. Verzoeker stelde dat de rechter een omissie had begaan door de procedure niet aan te houden en dat dit een schijn van partijdigheid wekte.
De rechtbank heeft het verzoek tot wraking afgewezen. De wrakingskamer oordeelde dat de rechter zijn beslissing voldoende had gemotiveerd en dat deze in overeenstemming was met het beleid van de kantonrechters in Rotterdam. Dit beleid houdt in dat in dagvaardingsprocedures op tegenspraak het eerste en tweede lid van artikel 127a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) buiten toepassing worden gelaten. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een gebrek aan onpartijdigheid en dat de beslissing van de rechter niet als onbegrijpelijk kon worden aangemerkt.
De rechtbank benadrukte dat een voor een partij onwelgevallige beslissing op zichzelf geen grond voor wraking oplevert. De wrakingskamer concludeerde dat de beslissing van de rechter niet was ingegeven door vooringenomenheid en dat het verzoek tot wraking ongegrond was. De rechtbank wees het verzoek tot wraking af en bevestigde de onpartijdigheid van de rechter.