ECLI:NL:RBROT:2016:9096
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om tussentijds hoger beroep in civiele procedure
Op 23 november 2016 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Van Roosendaal Technisch Uitzendbureau B.V. (hierna: VRTU) en meerdere gedaagden, waaronder MW Group B.V. en AJW Technisch Uitzendbureau B.V. De rechtbank heeft het verzoek van de gedaagden om tussentijds hoger beroep tegen een eerder gegeven bevel afgewezen. Dit verzoek was gebaseerd op de stelling dat de gedaagden zich niet konden verenigen met het bevel van de rechtbank om informatie te verstrekken aan VRTU. De rechtbank oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een uitzondering op de hoofdregel van artikel 337 lid 2 Rv rechtvaardigden, die stelt dat hoger beroep van tussenvonnissen slechts is toegestaan tegelijk met dat tegen het eindvonnis. De rechtbank benadrukte dat het belang van een goede rechtsbedeling en het beslechten van geschillen in eerste aanleg diende te prevaleren. De rechtbank concludeerde dat het verzoek om tussentijds hoger beroep niet kon worden toegewezen, en dat het bevel voldoende duidelijk was omschreven. De uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter Cooijmans.