In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 november 2016 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De zaak is aanhangig gemaakt door de gecertificeerde instelling Stichting Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (hierna: GI), die verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor een jaar en de machtiging tot uithuisplaatsing in een pleeggezin. De minderjarige, geboren in 2008, woont sinds haar babyjaren in het huidige pleeggezin en is daar goed gehecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een loyaliteitsconflict bestaat, waarbij de minderjarige zich in een spagaat bevindt tussen haar ouders en pleegouders.
De rechtbank heeft geconstateerd dat er een gebrek aan eenduidig beleid is bij de GI, wat heeft geleid tot verslechterde verhoudingen tussen de betrokken partijen. De moeder en stiefvader hebben niet meegewerkt aan een gezinsopname, en de vader heeft twijfels over de geschiktheid van de moeder om voor de minderjarige te zorgen. De rechtbank heeft de GI verzocht om duidelijkheid te geven over het toekomstperspectief van de minderjarige, maar dit is tot op heden niet gebeurd. De rechtbank heeft besloten de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen, maar slechts voor een periode van zes maanden, om de situatie opnieuw te evalueren.
De rechtbank benadrukt het belang van stabiliteit en continuïteit in de opvoeding van de minderjarige en heeft de GI opgedragen om uiterlijk twee weken voor de pro forma zitting rapport uit te brengen over de actuele stand van zaken. De beslissing is genomen in het belang van de minderjarige, die momenteel in een onzekere situatie verkeert.