geleverde zorg grotendeels geen AWBZ-zorg)
DSW heeft betoogd dat uit de verslagen van de huisbezoeken blijkt dat, voor zover er al activiteiten zijn verricht door Svea / [gedaagde] , dit grotendeels of uitsluitend diensten zijn geweest die niet kunnen worden aangemerkt als AWBZ-zorg, terwijl de diensten wel als zodanig zijn opgegeven op werkbrieven en verantwoordingsformulieren. Onder AWBZ-zorg valt persoonlijke verzorging, begeleiding of verpleging, zoals omschreven in de artikelen 4, 5 en 6 van het Besluit zorgaanspraken AWBZ, maar niet (ondersteuning bij) het doen van boodschappen, wassen van kleding, schoonmaken, verzorgen van maaltijden, meegaan op moskeebezoek en verzorgen van vervoer voor moskeebezoek, aldus DSW (zie dagvaarding 19-24, 71 met verwijzing naar een achttal verslagen van de huisbezoeken).
[gedaagde] heeft, naast de algemene betwisting van het onderzoeksrapport en de algemene stelling dat de gefactureerde zorg is geleverd, als verweer aangevoerd dat zij ook ondersteuning bood waarvoor zij niet factureerde, omdat het in zoverre niet om AWBZ-zorg ging. Volgens [gedaagde] is het niet vreemd dat in de verklaringen van de verzekerden alleen over deze bijkomende dingen en service (enthousiast) is verteld, omdat de verleende AWBZ-zorg gebruikelijk is.
Dit verweer van [gedaagde] wordt niet gevolgd, omdat het naar het oordeel van de rechtbank wél vreemd zou zijn als op vragen naar geleverde zorg de activiteiten die bij uitstek als zorg kunnen worden aangemerkt niet zouden worden genoemd en – in plaats daarvan – alleen 'bijkomende' activiteiten. De suggestie dat de verleende AWBZ-zorg niet is genoemd omdat die gebruikelijk is, is gezocht en geenszins overtuigend. Het had op de weg van [gedaagde] gelegen om concreet – in elk geval voor de verzekerden die DSW bij dagvaarding 71 heeft besproken – gemotiveerd aan te geven welke AWBZ-zorg dan wel is verleend. De kanttekeningen van [gedaagde] bij het onderzoeksrapport kunnen niet afdoen aan die processuele gehoudenheid. In deze procedure staat daarom als onvoldoende concreet weersproken vast dat de door [gedaagde] geleverde diensten in elk geval voor een substantieel deel geen AWBZ-zorg hebben betroffen.