In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 7 november 2016 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoeker] tegen CMA CGM (Holland) B.V. en CMA CGM & ANL Securities B.V. Het verzoek betreft de vernietiging van een ontslag op staande voet dat op 11 augustus 2016 door de verweersters aan [verzoeker] was gegeven. De achtergrond van het ontslag is gelegen in de verwerking van niet-zakelijke betalingen door [verzoeker] in de boekhouding van de bedrijven, zonder dat hiervoor facturen waren overgelegd. De verweersters stelden dat [verzoeker] op de hoogte was van de onrechtmatigheid van deze betalingen en dat hij deze had willen verhullen. Tijdens de mondelinge behandeling op 28 september 2016 heeft [verzoeker] zijn standpunt toegelicht, bijgestaan door zijn gemachtigde, terwijl de verweersters zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigde en enkele medewerkers. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verzoeker] de betalingen in opdracht van zijn leidinggevende heeft geboekt en dat er onvoldoende bewijs is dat hij wist dat deze betalingen niet-zakelijk waren. De kantonrechter oordeelde dat er geen dringende reden was voor het ontslag op staande voet, waardoor het ontslag vernietigd werd. Tevens werd CMA CGM (Holland) B.V. veroordeeld tot betaling van het achterstallige salaris van [verzoeker] en werd CMA CGM verplicht om hem weer toe te laten tot zijn werkzaamheden.