Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[verzoekster 2], beide te Tiel, verzoeksters,
gemachtigden: mr. R.E. Labeur en mr. C.A. Doets,
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 20 september 2016 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van twee verzoeksters, die bezwaar maakten tegen een bestuurlijke boete van € 600.000,- die door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) was opgelegd. De boete was opgelegd wegens overtreding van artikel 2:92, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht (Wft), omdat verzoekster 1 zonder vergunning had opgetreden als gevolmachtigde agent. De voorzieningenrechter oordeelde dat de overtreding ernstig was en dat de werkzaamheden van verzoekster 1 niet volledig onder de definitie van 'bemiddelen' vielen, waardoor de vrijstellingsbepaling niet van toepassing was. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen sprake was van een wanverhouding tussen de hoogte van de boete en de ernst van de overtreding, en dat de beslissing tot openbaarmaking van het boetebesluit niet geschorst kon worden. De verzoeken om voorlopige voorziening werden afgewezen.