Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 2 februari 2016 in de zaken tussen
[eiseres] eiseres,
de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
.Hierop heeft nog een correctie naar beneden plaatsgevonden, aldus verweerder. Onduidelijk is echter in hoeverre een correctie heeft plaatsgevonden, temeer nu op pagina 3 van het taxatierapport van verweerder is vermeld dat uit de cijfers van Horwath HTL volgt dat voor 4 sterren hotels buiten Amsterdam voor 2011 een gemiddeld percentage van 23,4 % en voor 2012 een percentage van 24,9 % geldt. De rechtbank is verder van oordeel dat met een percentage van 24 %, afgeleid van een algemeen landelijk gemiddelde onvoldoende rekening is gehouden met de specifieke aard en ligging van dit hotel.
De aan het opstellen van het taxatierapport bestede tijd schat de rechtbank op 30 uur. Aan de zitting is (afgerond) 2 uur besteed. Derhalve stelt de rechtbank de vergoeding voor de taxateur vast op € 2.080,- (32 * € 65.-). Nu eiseres de omzetbelasting als voorbelasting in aftrek kan brengen, bestaat geen aanleiding dit bedrag hiermee te verhogen.
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de bestreden besluiten;
- wijzigt de WOZ-beschikkingen voor de belastingjaren 2013 en 2014 in die zin dat de waarde in beide beschikkingen nader wordt vastgesteld op € 13.250.000,-;
- bepaalt dat verweerder de betreffende aanslagen onroerende-zaakbelastingen dienovereenkomstig verlaagt;
- bepaalt dat verweerder aan eiseres het in beide zaken betaalde griffierecht van in totaal € 662,- vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 3.564,-, te betalen aan eiseres.