In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen Green Food B.V. en Hillfresh International B.V. over de levering van bederfelijke goederen, namelijk druiven en tomaten. Green Food, de eiseres, vordert schadevergoeding van Hillfresh wegens non-conforme aflevering van een partij druiven en terugbetaling van de koopprijs voor een niet-afgeleverde partij tomaten. De partijen hebben op 26 maart 2013 en 29 januari 2014 handelskoopovereenkomsten gesloten, waarbij de leveringsconditie 'ex works' is overeengekomen. Dit houdt in dat Hillfresh de goederen ter beschikking stelde in haar bedrijfspand en dat het risico van verlies of beschadiging overging op Green Food bij het verlaten van het bedrijfspand.
De rechtbank heeft vastgesteld dat Green Food bij aflevering van de druiven niet heeft voldaan aan haar onderzoeksplicht, zoals vastgelegd in artikel 7:23 BW. De rechtbank oordeelt dat Green Food de partij druiven in de staat heeft aanvaard waarin deze zich bevond, inclusief de gebreken. De vordering tot schadevergoeding wegens non-conformiteit van de partij druiven wordt daarom afgewezen. Wel wordt de vordering tot schadevergoeding voor de niet-afgeleverde 489 kilo druiven toegewezen, aangezien Hillfresh erkent dat deze niet zijn geleverd.
Wat betreft de partijen tomaten, betwist Hillfresh dat zij de tweede partij tomaten niet heeft afgeleverd. De rechtbank laat Hillfresh toe tot bewijslevering dat zij de partij tomaten met ordernummer 300280 'ex works' heeft afgeleverd aan Green Food of een door deze aangewezen vervoerder. Indien Hillfresh hierin niet slaagt, zal de vordering van Green Food tot terugbetaling van de koopprijs worden toegewezen. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot na de bewijslevering.