In deze zaak vorderen twee partijen, [eiser] en [gedaagde], die gezamenlijk eigenaar zijn van een pand aan de Paul Krugerstraat te Rotterdam, dat de andere partij rekening en verantwoording aflegt over het gevoerde beheer van het pand. De partijen hebben in 1979 het pand verworven, dat bestaat uit een winkelruimte en verschillende woonunits. De vorderingen zijn zowel in conventie als in reconventie ingesteld, waarbij [eiser] en [gedaagde] elkaar beschuldigen van het niet voldoen aan hun verplichtingen met betrekking tot het beheer en de opbrengsten van het pand. De rechtbank heeft vastgesteld dat beide partijen niet hebben aangetoond dat de ander het beheer over het pand voerde, en heeft de vorderingen in conventie en reconventie afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de partijen een regeling hebben getroffen over het gebruik en beheer van het pand, wat betekent dat zij niet naar evenredigheid van hun aandelen in de vruchten en kosten hebben gedeeld. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.