2.2.Tussen partijen is in geschil of de bruikleenovereenkomst van 21 april 2011 die tussen [eiser2] (‘Bruikleengever’) en [gedaagde] (‘Bruiklener’) ten aanzien van de woning (‘het Object’) is gesloten en bij brief van 7 juni 2011 is beëindigd per 5 juli 2011 nog immer geldt dan wel dat deze in de vorm van een nieuwe/andere, mondeling gesloten, bruikleenovereenkomst met eensluidende inhoud tussen hen is voortgezet.
In de litigieuze bruikleenovereenkomst (hierna: de bruikleenovereenkomst) zou, voor zover thans van belang, het volgende zijn bepaald:
(…)
de Bruikleengever wenst het Object aan de Bruiklener in - al dan niet gedeeltelijke – bruikleen te geven, om daarin tijdelijk verblijf te houden en zodoende leegstand te voorkomen;
de Bruiklener realiseert zich en verklaart zich ermee akkoord dat de bruikleenovereenkomst zal eindigen indien de Bruikleengever zulks met inachtneming van de bepalingen van deze bruikleenovereenkomst te kennen geeft; de Bruiklener is bereid - en zijn woon- en leefsituatie laten toe- zijn woonrecht afhankelijk te stellen van opzegging op korte termijn door de Bruikleengever;
(…)
Ontvangst en bestemming
Artikel 2
(…)
4.Het is de Bruiklener niet toegestaan veranderingen aan het Object aan te brengen, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Bruikleengever.
(…)
Toegang
Artikel 7
De Bruikleengever en alle anderen die zij daartoe aanwijst, hebben te allen tijde het recht van toegang tot het Object. De Bruiklener en diegenen die in of nabij het Object van zijnentwege en/of met zijn goedvinden verblijven, zijn derhalve verplicht deze toegang te verlenen. In het bijzonder indien deze verband houden met bezichtiging in verband met verkoop, verhuur en/of andere doeleinden en de uitvoering van werkzaamheden die naar het oordeel van de Bruikleengever en alle anderen die zij daartoe aanwijst noodzakelijk en/of gewenst zijn voor de instandhouding en/of reparatie en/of verfraaiing van het Object.
(…)
Beëindiging van de overeenkomst
Artikel 13
1.Deze overeenkomst kan te allen tijde, zonder opgave van redenen, schriftelijk door de Bruikleengever en/of de Bruiklener worden opgezegd, met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste 28 dagen. De opzegging door de Bruiklener moet zijn gericht aan de Bruikleengever.
2.Deze overeenkomst kan echter door de Bruikleengever met onmiddellijke ingang worden opgezegd indien sprake is van niet-nakoming door de Bruiklener van enige verplichting voortvloeiend uit deze overeenkomst, zulks onverminderd alle overige rechten die de Bruikleengever aan de wet en deze overeenkomst kan ontlenen.
3.Op de dag waarop deze overeenkomst, door welke oorzaak en om welke reden dan ook, eindigt zal de Bruiklener het Object met al het zijne en met allen die zich van zijnentwege en/of met zijn goedvinden in of nabij het Object bevinden ontruimen en in goede staat en bezemschoon achterlaten, onder afgifte aan de Bruikleengever van de op het slot (de sloten) passende sleutel(s). Goederen die de Bruiklener, in strijd met het voorgaande, in het Object achterlaat worden geacht geschonken te zijn en derhalve in eigendom toe te behoren aan de Bruikleengever die daarover naar goeddunken kan beschikken.
Boete
Artikel 14
Voor iedere dag of gedeelte van een dag gedurende welke de Bruiklener nalatig blijft of blijkt aan het in artikel 13 lid 3 gestelde te voldoen, (…), verbeurt de Bruiklener aan de Bruikleengever zonder voorafgaande ingebrekestelling een onmiddellijk opeisbare boete van € 500 (…), onverminderd het recht van de Bruikleengever op volledige schadevergoeding, en onverminderd de overige rechten van de Bruikleengever.
(…)”.