Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 4 maart 2015, alsmede de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- het proces-verbaal van comparitie van 9 juli 2015, de daarin genoemde met het oog op die zitting toegezonden stukken alsmede de aan dat proces-verbaal gehechte brieven;
- de conclusie van repliek, met producties;
- de conclusie van dupliek, met producties.
2.De feiten
qualified security assessor(QSA) die financiële instellingen kon helpen om te (blijven) voldoen aan de standaarden die de Payment Card Industry Council (PCI) heeft opgesteld. Het voldoen aan die eisen is verplicht om transacties voor creditcardorganisaties te mogen doen.
scoping and pre-assessment;
remediation;
final compliance audit.
remediation, assessmenten
compliance.Ten aanzien van de betaling bepaalt dat contract dat twee betalingen van
infidelity-dekking.
Certain Underwriters’(hierna: de polis 2009). Onder die polis waren gedaagden onder 1 tot en met 4, 6 en 7 risicodrager, CFC was geen risicodrager.
Leading Underwriter,gedaagden 1 tot en met 7 waren risicodrager
.
first party infidelitydekking tot een maximum van $ 1 miljoen, met een eigen risico van $ 25.000,-. De betreffende clausule luidt, voor zover van belang:
website damage. Deze is door IAP niet meeverzekerd.
Inmiddels hebben wij vernomen dat deze verzekeraar verder de mogelijkheden voor verzekering wil onderzoeken.
3.Het geschil
4.De beoordeling
intention to cause loss and obtain personal gain.Ook als de door de relevante clausule gestelde eisen
where there was a clear intention to cause you loss and obtain personal gain,vanwege het voegwoord “
and” als cumulatief worden opgevat, is daaraan voldaan. Het medenemen van de laptops, die enige duizenden dollars waard waren, wijst naar objectieve maatstaven op
intention to obtain personal gain.Het inbreken in de back-up data base geeft, bij gebreke van alternatieve verklaringen, voldoende uiting aan een
intention to cause loss. Die laatste bedoeling blijkt ook uit de omstandigheid dat de werknemers SMT een brief hebben geschreven waarin IAP wordt zwart gemaakt.
loss occurrence-dekkingen betreft, sprake van dekking onder de polis 2010. De polis van 2009 speelt dan ook geen rol en gedaagde 5 is dus niet betrokken. CFC is evenmin gehouden dekking te verlenen, nu zij als gevolmachtigde niet zelf risicodrager was.
direct financial loss" moet zijn. Dat gederfde winst en bedrijfsstilstand niet onder de polis gedekt zouden zijn, zoals verzekeraars stellen, volgt daaruit niet. Integendeel, het gebruik van de term
financial lossduidt juist op een ruim, economisch schadebegrip. Dat past ook bij het hier gedekte, specifieke gevaar. Oneerlijkheid van werknemers zal immers, in het kader van de bedrijfsvoering van een QSA-onderneming, met name leiden tot winstderving (naast reputatieschade en vervangingskosten). De definitie (geciteerd in 2.15 hiervoor) van
lossin een niet meeverzekerde, specifieke andere module (
clause2) mist belang voor deze beoordeling; als daaraan al betekenis toe zou komen dan is het in de context van een a contrario-redenering en die werkt in het voordeel van de door IAP verdedigde lezing.
direct,in feite betekenisloos wordt om die enkele reden zeer onaannemelijk, maar bovendien is in deze polisclausule expliciet gekozen voor deze omschrijving, waar in andere verzekerde modules/clausules in deze polis andere omschrijvingen gebezigd worden. (De meeverzekerde Clause 8,
brand protection, uit deze polis bepaalt bijvoorbeeld niet dat het verband direct moet zijn.) Aan het woord direct komt dus betekenis toe; het verband tussen het evenement en de schade dient nauwer te zijn dan het conditio sine qua non-verband.
dishonesty. Anders dan IAP kennelijk meent is schade die het gevolg is van het plotsklaps niet meer beschikbaar zijn van twee ingewerkte werknemers niet zonder meer schade ten gevolg van de
dishonesty. Het plotseling wegvallen van werknemers (en de daarmee samenhangende problemen en schade) als zodanig -hetgeen ook een andere achtergrond kan hebben, bijvoorbeeld een ongeval- is een ondernemersrisico, waartegen deze polis geen dekking biedt.
dishonestyis; de polis bepaalt daaromtrent in dit geval niets (anders dan bij andere modules, waar de eis dat de
schade directly and solelyhet gevolg moet zijn, zie bijvoorbeeld clause 4,
business interruption), zodat ook schade die meer dan één oorzaak heeft in aanmerking kan komen.
cost of restoring work already done on contractsde direct als gevolg van het verzekerd evenement geleden schade hebben vergoed. Voorts achten zij de onderbouwing niet toereikend.
dishonestyvoor zover het gaat om de eigen noodherstelwerkzaamheden. Hoewel deze kosten mede veroorzaakt zijn door het niet meer beschikbaar zijn van ingewerkte werknemers zou, bij een wegvallen van die werknemers door andere oorzaken, van noodzakelijk herstel geen sprake zijn, omdat er dan nog een back-up zou zijn geweest. Die kosten zijn dus een direct gevolg van de
dishonesty. Dit deel van deze post is toewijsbaar.
opportunity costs. Die staan in een te ver verwijderd verband tot het verzekerd evenement.
dishonestyheeft SMT echter voortijdig opgezegd.
dishonestyen de werknemers hadden niet de intentie ervoor te zorgen dat IAP haar werk niet in rekening zou kunnen brengen. Voorts brengen verzekeraars hiertegen in dat uit de overeenkomst met SMT weliswaar valt op te maken dat materieel opdracht was gegeven voor fase II, maar ook dat daarvoor vaste tarieven gerekend zouden worden. Zij wijzen op de aanvullende overeenkomst waar die inhoudt:
dishonesty(de brief noemt immers het ontslaan van de gehele ingewerkte Tunesische staf) een belangrijke oorzaak van die opzegging is geweest. Nu voorts vast staat dat opdracht was gegeven voor fase II en aannemelijk en onvoldoende betwist is dat met het werk vast was begonnen acht de rechtbank voldoende gebleken dat schade is geleden doordat IAP het al voltooide werk dat verloren is gegaan door de
dishonestyniet in rekening heeft kunnen brengen. De rechtbank gaat er daarbij vanuit dat SMT niet aan een ander opdracht had mogen geven, zodat voldoende aannemelijk is dat die opdracht tot aanvullende werkzaamheden aan IAP zou zijn verstrekt.
Intellectual propertygenoemd)-rechten had. Het bedrag van de claim voor dit onderdeel is opgegeven als € 12.406,64. Dit bedrag is deels gebaseerd op door IAP bij de opbouw geïnvesteerde uren, puur voor de ontwikkeling hiervan, en deels op het verrijken van die kennis (
Intellectual Property) in een aantal projecten, waarin de systemen verfijnd en in de praktijk continu verbeterd werden. Het bedrag is berekend met als basis 15% op interne uurtarieven. Daarmee wordt echter geenszins de gehele waarde van de opbouw van
Intellectual Propertygedekt. Immers, ook tijdens het reeds op de projecten SMT en UBCI verrichte werkzaamheden is
Intellectual Propertyopgebouwd, en deze is niet in het voorgaande bedrag begrepen. Voor het verloren gegane werk dat niet werd hersteld (post 3) is ook de met dat werk opgebouwde
Intellectual Propertyverloren gegaan en niet hersteld. Om die reden dient dat bedrag nog te worden uitgebreid met 15% over de urenkostprijs van de in post 3 meegenomen fase II uren voor SMT.
dishonestystaat.
dishonestyniet was voorgevallen. IAP onderbouwt haar vordering als volgt:
remediationfase. Deze fases waren als volgt begroot:
Remediationen daarmee verband houdend werk, tot en met
certification: € 978,721.37
dishonesty, doch slechts als het gaat om de werkzaamheden als hiervoor besproken.
dishonesty. Zoals eerder overwogen betekent dat niet, dat deze schade niet onder de dekking valt. De andere problemen die SMT noemt, zoals de attitude van IAP, zijn echter wel van belang voor de aannemelijkheid van de stelling van IAP dat zij, als het verzekerd evenement was uitgebleven, de rest van de werkzaamheden tot en met het onderhoud zou blijven doen. De enkele omstandigheid dat exclusiviteit was afgesproken is niet voldoende om dat aannemelijk te maken. SMT had immers, als zij ontevreden was over IAP, desondanks de relatie kunnen verbreken door opzegging of ontbinding. De schade is in zoverre te speculatief.
dishonestystaat zoals hiervoor toegelicht.
dishonesty,maar die stellingen verwerpt de rechtbank. Nog daargelaten dat IAP deze brief niet als een apart evenement van
dishonestyheeft gemeld en het aan IAP was om meer duidelijkheid te verschaffen over de precieze inhoud van die brief, blijkt uit de opzegging van SMT dat meerbedoelde brief weliswaar heeft meegewogen, maar niet de doorslag heeft gegeven bij de beslissing om op te zeggen. Het verband is daarmee te weinig direct.
dishonesty. De rechtbank acht het direct verband met de
dishonestydaarom, bij gebreke van voldoende heldere feitelijke onderbouwing door IAP, onvoldoende aannemelijk.
out of pocket expenses") die volgens IAP zijn ontstaan voor IAP als direct gevolg van de gebeurtenissen in januari 2011. Zoals, terecht, tussen partijen in confesso is, is het IAP die haar schade moet onderbouwen en bij behoorlijk gemotiveerde betwisting bewijzen. Verzekeraars menen dat de onderbouwing onvoldoende concreet is.
dishonestyen op het eerste oog niet onredelijk wat betreft de hoogte. Dat brengt mee dat IAP daartoe voldoende heeft bijgebracht en het vervolgens aan verzekeraars is om concreet aan te geven waarin het materiaal te kort schiet. Dat heeft zij niet gedaan. De post is dus toewijsbaar.
dishonest)zullen zijn, moet aan verzekeraars een zeer ruime mogelijkheid toekomen om hun eigen afweging te maken. Er is dus heel weinig ruimte voor een maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm die verzekeraars verplicht tot het aangaan van deze verzekering, hoewel zij tot op zekere hoogte de voor haar kenbare belangen van IAP moest betrekken bij de beslissing ter zake.
leader, gehouden was de schaderegeling ter hand te nemen en daarvoor dan ook verantwoordelijk was (waarbij de anderen slechts volgen, in beginsel zonder dat aan hen eigen beslissingsruimte toekomt). Kennelijk is immers in confesso dat deze rol in dit geval aan CFC toekwam, die namens alle verzekeraars optrad.
first party-dekking) of een aansprakelijkheidsverzekering (
third party-dekking) acht de rechtbank verregaand onzorgvuldig en in strijd met haar verplichtingen jegens IAP. Dat onderscheid is van wezenlijk belang, nu het bij een aansprakelijkheidsverzekering in beginsel gaat om schade van derden waarvoor IAP als verzekerde aansprakelijk is, en niet, zoals bij deze schadeverzekering, om eigen schade van IAP. De te stellen vragen, de benodigde informatie en de beoordeling van de vraag of sprake is van dekking worden daardoor onmiddellijk en diepgaand beïnvloed. Bij een redelijk zorgvuldig en redelijk handelend (gevolmachtigde van) verzekeraar kan in beginsel geen onduidelijkheid bestaan over de vraag welk van beide soorten dekking haar verzekering biedt. Ook als het, zoals in dit geval, gaat om een weinig heldere latere toevoeging aan de polis en er, wellicht, intern aarzeling bestaat over de precieze betekenis, is het een beroepsfout van CFC om daarover niet, op korte termijn, een deugdelijk standpunt in te nemen maar in tegendeel verzekerde bijna 2 jaar na de schademelding nog te schrijven dat zij het zelf niet weet. Dat geldt te meer nu zij zelf verantwoordelijk is voor de kennelijk achteraf intern onduidelijk geachte tekst van die clausule. Dat kan in de verhouding tot IAP in beginsel zowel CFC zelf als de (andere) verzekeraars worden aangerekend. De schadeafwikkeling is, op grond van de polis, de verantwoordelijkheid van verzekeraars. Of de fouten het gevolg zijn van incompetentie, onwil, onverschilligheid of andersoortige onzorgvuldigheid doet daarbij niet ter zake. Van opzet, zoals door IAP gesteld, is echter niet gebleken en hetgeen zij daarover stelt is daartoe ook niet voldoende.