Op 31 augustus 2016 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, die eerder failliet was verklaard, een verzoekschrift heeft ingediend tot opheffing van zijn faillissement en gelijktijdig de toepassing van de schuldsaneringsregeling (WSNP) heeft verzocht. Tijdens de zitting op dezelfde datum zijn zowel verzoeker als de curator gehoord. Verzoeker heeft het Informatieblad Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen ontvangen en ondertekend voor instemming. De rechtbank heeft vervolgens beoordeeld of er voldoende gronden waren voor afwijzing van het verzoek tot opheffing van het faillissement. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen, althans onvoldoende, gronden zijn voor afwijzing van het verzoek en heeft het verzoek toegewezen. De rechtbank heeft het salaris van de curator en de verschotten vastgesteld. Het salaris van de curator voor de periode van 1 november 2015 tot het einde van het faillissement is vastgesteld op € 10.852,68, exclusief omzetbelasting, en de verschotten op € 434,11, eveneens exclusief omzetbelasting. De rechtbank heeft het faillissement van verzoeker opgeheven, het salaris van de curator definitief vastgesteld en de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken. Tevens zijn de rechter-commissaris en de bewindvoerder benoemd. De rechtbank heeft de bewindvoerder de opdracht gegeven om aan verzoeker gerichte brieven en telegrammen te openen. Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Lablans, rechter, en in aanwezigheid van N. van Gaans, griffier, en is openbaar uitgesproken op 31 augustus 2016.