In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 augustus 2016 uitspraak gedaan in een verzoek tot dwangakkoord op basis van artikel 287a van de Faillissementswet. Verzoekster, die onder beschermingsbewind staat, heeft een schuldregeling aangeboden aan haar schuldeisers, waarbij 21 van de 24 schuldeisers instemden met het voorstel. De schuldeisers Unigarant, IJsselland Ziekenhuis en Unisolve weigerden echter in te stemmen, wat aanleiding gaf tot deze procedure. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangeboden regeling het hoogst haalbare is voor verzoekster, gezien haar financiële situatie en het percentage van de schuldeisers dat akkoord ging met de regeling. De rechtbank oordeelde dat de belangen van verzoekster en de instemmende schuldeisers zwaarder wegen dan de belangen van de weigerende schuldeisers, die slechts een klein percentage van de totale schuldenlast vertegenwoordigen. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen en Unigarant, IJsselland Ziekenhuis en Unisolve bevolen in te stemmen met de schuldregeling. Tevens zijn zij veroordeeld in de kosten van de procedure, die op nihil zijn begroot, aangezien verzoekster niet door een advocaat is bijgestaan. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en vervangt de vrijwillige instemming van de schuldeisers.