ECLI:NL:RBROT:2016:7374
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wegens niet doorlopen minnelijk traject
Op 20 juli 2016 heeft verzoekster een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft op 24 augustus 2016 uitspraak gedaan en verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek. De Belastingdienst, als grootste schuldeiser, heeft aangegeven niet mee te willen werken aan een minnelijke regeling, waardoor er geen voorstel aan de crediteuren is gedaan. De rechtbank oordeelt dat de verklaring van de Kredietbank onvoldoende is om aan te tonen dat er geen reële mogelijkheden zijn voor een buitengerechtelijke schuldregeling. De rechtbank benadrukt dat bij de beoordeling van een verzoek dwangakkoord ook moet worden meegewogen of er kans is op toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. De Belastingdienst heeft een schuld van € 97.256,00, waarvan een groot deel is ontstaan buiten de relevante periode voor toelating tot de schuldsaneringsregeling. De rechtbank concludeert dat de enkele omstandigheid dat de Belastingdienst niet wil meewerken aan een minnelijke regeling niet voldoende is om het verzoek tot schuldsanering af te wijzen. Verzoekster krijgt geen termijn om ontbrekende gegevens aan te leveren, omdat een maand niet voldoende is voor het afwikkelen van een minnelijk traject. Uiteindelijk wordt verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.