In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 26 september 2016 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Stichting TriviumLindenhof en een pedagogisch medewerkster, aangeduid als [verweerster]. De zaak is ontstaan na een incident op 30 juni 2016, waarbij [verweerster] onder invloed van alcohol een busje bestuurde met daarin cliënten van de stichting. De politie hield haar staande voor een alcoholcontrole, waarbij bleek dat haar alcoholpromillage ver boven de wettelijk toegestane norm lag. Dit leidde tot haar schorsing en uiteindelijk het verzoek van de stichting om de arbeidsovereenkomst te ontbinden.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verweerster] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door onder invloed van alcohol te rijden met cliënten in het busje. De rechter oordeelde dat het gedrag van [verweerster] niet alleen in strijd was met de wet, maar ook met de gedragscode van de stichting, die het gebruik van alcohol tijdens werktijd verbiedt. De kantonrechter concludeerde dat er geen mogelijkheid was voor herplaatsing en dat de arbeidsovereenkomst ontbonden moest worden. Tevens werd geoordeeld dat [verweerster] geen recht had op een transitievergoeding, gezien de ernst van haar handelen.
De uitspraak resulteerde in de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met ingang van 29 september 2016, en [verweerster] werd veroordeeld in de kosten van de procedure. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.