Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
2.De beoordeling
“omdat er sprake is van een regresvordering”. In de zich in het dossier bevindende brief van PLANgroep van 16 juni 2016 staat ter zake het volgende:
Rechtbank Rotterdam
Op 20 juli 2016 heeft verzoekster een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft op 22 augustus 2016 uitspraak gedaan. In het verzoekschrift dient een verklaring opgenomen te worden dat er geen reële mogelijkheden zijn voor een buitengerechtelijke schuldregeling, zoals vereist door artikel 285, eerste lid, van de Faillissementswet. De rechtbank oordeelt dat de verklaring van de PLANgroep onvoldoende is onderbouwd. De PLANgroep heeft aangegeven dat er een regresvordering is van de ex-partner van verzoekster, waardoor er geen minnelijk aanbod is gedaan. Dit heeft geleid tot de conclusie dat verzoekster niet in aanmerking komt voor de schuldsaneringsregeling.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster twee preferente en zes concurrente schuldeisers heeft, waaronder de SNS bank met een vordering van € 118.471,04. De rechtbank concludeert dat de ex-partner van verzoekster nog geen regresvordering heeft en dat er op dit moment een aanbod aan de schuldeisers gedaan kan worden. De rechtbank heeft geen termijn gegeven voor het verstrekken van ontbrekende gegevens, omdat een termijn van één maand niet voldoende is voor het afwikkelen van een minnelijk traject. Uiteindelijk wordt verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.
De beslissing is genomen door mr. A.M. van Kalmthout en is uitgesproken ter openbare terechtzitting. Tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld door degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, via een verzoekschrift ingediend bij het gerechtshof.