Eisers zijn longarts. Zij vorm(d)en samen een maatschap. [eiser 1] is 58 jaar oud, [eiser 2] is 42 jaar oud.
2.2.
[eiser 1] is sinds 2002 en [eiser 2] sinds 2007 werkzaam geweest bij het Ruwaard van Puttenziekenhuis te Spijkenisse, dat werd geëxploiteerd door (de rechtsvoorganger van) de Stichting Ruwaard van Puttenziekenhuis (hierna: SRPZ). Het Ruwaard van Puttenziekenhuis wordt hierna ook RVP genoemd.
2.3.
De samenwerking van eisers met SRPZ vond plaats op basis van toelatingsovereenkomsten, op grond waarvan eisers als medisch specialist waren toegelaten tot het ziekenhuis om voor eigen rekening en risico de longgeneeskunde-praktijk uit te oefenen.
2.4.
De relevante toelatingsovereenkomsten bepalen onder meer het volgende:
“
Goodwill
17.2
Tenzij het tegendeel schriftelijk is vastgelegd, heeft de medisch specialist recht
op goodwill ten aanzien van de uit hoofde van de onderhavige overeenkomst in het ziekenhuis verrichte werkzaamheden.
(…)
Artikel 20 Declareren(…)”
2.5
Eisers maakten in het kader van hun toelatingsovereenkomsten met SRVP gebruik van het zogenoemde VIA-declareren-systeem.
Op de relevante momenten in 2013 en 2014 waren op de wijze van declareren (zie 2.4, artikel 20) de Beleidsregel BR/CU-2100, nader aangeduid als het Beheermodel honoraria vrijgevestigd medisch specialisten, en de nadere regel NR/ CU-214 van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) van toepassing. Hierin is onder de begripsbepalingen de vrijgevestigd medisch specialist gedefinieerd als:
"de medisch specialist die anders dan in loondienst, voor eigen rekening en risico werkzaam is in of ten behoeve van een instelling voor medisch specialistische zorg."Eisers waren dergelijke specialisten.
Het VIA-declareren wordt hierin gedefinieerd als:
"de situatie waarbij de medisch specialist een honorarium in rekening brengt bij de consument of diens zorgverzekeraar, via de instelling."(Dit in tegenstelling tot het zogenaamde AAN-declareren, waarbij wordt gedeclareerd aan de instelling.)
2.6
Op 5 juni 2013 heeft de rechtbank Den Haag twee stille bewindvoerders bij SRPZ benoemd. Aanleiding vormde de zorgelijke ontwikkeling van de financiële situatie waarin SRPZ zich bevond, mede als gevolg van door de inspectie geconstateerde problemen op de afdeling cardiologie.
2.7
Op 24 juni 2013 is SRPZ op eigen verzoek in staat van faillissement verklaard door de rechtbank Den Haag.
2.8
Op 24 juni 2013 hebben de curatoren in het faillissement van SRPZ overeenstemming bereikt met SMC (toen nog in oprichting), over een “koude” doorstart. Die doorstart heeft vorm gekregen in een overeenkomst tot koop en verkoop (hierna: de koopovereenkomst) tussen de curatoren en SMC i.o., die onder andere als volgt bepaalt:
“
12. Wederzijdse verplichting en overname overeenkomsten
[…]
12.2
Verkopers (de curatoren, opm rb) zullen Koper (SMC i.o., opm rb) in kennis stellen van contractspartijen die een termijn [aan] Verkopers hebben gesteld om aan te geven of lopende overeenkomsten, waarbij RVP ( SRVP, opm rb.) partij is (zoals huur, lease, telecom, verzekeringen, it, nutsvoorzieningen, abonnementen, enz.) worden overgenomen. Van aldus aan Verkopers gestelde termijnen die Verkopers aan Kopers hebben doorgegeven, alsmede aan Kopers gestelde termijnen, zullen Verkopers vervolgens aangeven welke van de desbetreffende lopende overeenkomsten Koper wenst over te nemen. Als een contractspartij medewerking afhankelijk stelt van de betaling van achterstallige verplichtingen, is het aan Koper om dat voor eigen rekening al dan niet te betalen of uit te onderhandelen met de betreffende contractspartij. Indien Koper de overeenkomst niet wenst over te nemen zullen verkopers de desbetreffende overeenkomst niet gestand doen. Eventuele vooruitbetalingen door RVP op overeenkomsten die door Koper worden overgenomen, betrekking hebbend op de periode na Overdrachtsdatum, zullen door Koper aan Verkopers worden vergoed.”
De curatoren hebben de inventaris, voorraden en immateriële activa van het ziekenhuis overgedragen aan SMC en niet de zelfstandige praktijken van de medisch specialisten
.
2.9
SMC is op 5 juli 2013 opgericht door de drie omliggende ziekenhuizen Maasstad (gedaagde sub 2), Ikazia (gedaagde sub 3) en het Van Weel-Bethesda (gedaagde sub 4). Deze drie ziekenhuizen hebben op 5 juli 2013 gezamenlijk de Coöperatie (gedaagde sub 5) opgericht, welke coöperatieve vereniging door de ziekenhuizen wordt bestuurd. De Coöperatie is enig aandeelhouder van het SMC. De artsen zijn als longartsen verbonden aan de ziekenhuizen en behandelen ook patiënten van SMC, deels op de vroegere locatie van het Ruwaard van Puttenziekenhuis in Spijkenisse.
2.1
Een verslag van een overleg d.d. 25 juni 2013 tussen SMC, de ziekenhuizen en de vakgroepen houdt voor zover van belang in:
"De rechtspersoon Ruwaard van Putten bestaat niet meer. Alle
toelatingsovereenkomsten voor de specialisten zijn beëindigd, alsmede goodwill. De maatschap is daarmee ook opgeheven. Op woensdag 26 juni 2013 zullen gesprekken met de specialisten van het (voormalige) Ruwaard van Putten plaatsvinden met een tweetal scenario's:
1.Er wordt een contract voor 6 maanden aangeboden zonder toezeggingen voor de periode daarna. Men komt dan in loondienst bij de BV die de kosten draagt (niet de maatschappen).
2.Er wordt met onmiddellijke ingang afscheid genomen van de betreffende specialist indien uit dit overleg naar voren komt dat dit wenselijk is wegens wanprestatie gevaar voor de patiënt c.q. indien de reputatie van het ziekenhuis wordt geschaad."
2.11
SMC heeft de toelatingsovereenkomsten tussen SRPZ en eisers niet overgenomen als in de koopovereenkomst voorzien. SMC heeft, ondanks verzoeken daartoe van eisers, geen toelatingsovereenkomsten met eisers gesloten.