In deze zaak vordert eiser, na vermeerdering van eis, dat de rechtbank de stichting NRS Rechtsbijstand zal veroordelen tot betaling van € 17.832,68, vermeerderd met wettelijke rente, en dat NRS gehouden is om de verdere juridische kosten van eiser ter zake van het onderhavige geschil volledig te vergoeden. Eiser heeft schade geleden door een verkeersongeval op 4 oktober 1989 en heeft een rechtsbijstandverzekering afgesloten bij NRS. NRS heeft werkzaamheden verricht om de schade te verhalen op de aansprakelijke verzekeraar, maar er ontstond een geschil over de verlening van rechtsbijstand in 1997. Eiser heeft in 2010 een regeling getroffen met de aansprakelijke verzekeraar, maar vordert nu alsnog vergoeding van advocaatkosten van NRS. NRS voert verweer en stelt dat eiser niet ontvankelijk is in zijn vorderingen, onder andere vanwege verjaring. De rechtbank overweegt dat de vordering van eiser is verjaard, omdat hij niet tijdig aanspraak heeft gemaakt op vergoeding van de kosten. De rechtbank wijst de vordering van eiser af en veroordeelt hem in de proceskosten.