Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 30 september 2015, met producties
- de akte wijziging eis van 28 oktober 2015
- de akte van de VVE van 30 december 2015.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, ging het om de vraag of de Vereniging van Eigenaren (VVE) haar griffierecht tijdig had voldaan. De VVE had haar vordering beperkt tot € 100.000 om zo een lager griffierecht te betalen, maar vergat dat buitengerechtelijke kosten ook meetelden voor de bepaling van het griffierecht. De rechtbank oordeelde dat de VVE te laat had betaald, aangezien het griffierecht pas op 1 december 2015 was ontvangen, terwijl dit uiterlijk vier weken na de eerst dienende dag, op 14 oktober 2015, voldaan had moeten zijn. De VVE voerde aan dat zij in de veronderstelling verkeerde dat de betalingstermijn was verlengd door aanmaningen van de griffie, maar de rechtbank oordeelde dat dit geen grond was voor toepassing van de hardheidsclausule. De rechtbank benadrukte dat van een advocaat verwacht mag worden dat hij op de hoogte is van de wettelijke termijnen en de gevolgen van het niet tijdig voldoen aan het griffierecht. De rechtbank besloot Woonstad van de instantie te ontslaan en de VVE te veroordelen in de proceskosten, die werden begroot op € 3.864,-.