ECLI:NL:RBROT:2016:6676
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- J.J. Bade
- F.W.H. van den Emster
- S.B. de Pauw Gerlings-Döhrn
- Rechtspraak.nl
Beklag over beslag digitale gegevens en geheimhoudersstukken in strafrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 5 juli 2016 uitspraak gedaan over een beklag van een klager met betrekking tot het beslag op digitale gegevens, waaronder geheimhoudersstukken. Het beslag, dat op 12 en 15 december 2014 werd gelegd, omvatte de e-mailboxen en homedirectories van 32 personen die werkzaam waren bij de klager, en werd uitgevoerd door de FIOD. De klager verzocht de rechtbank om de inbeslagneming onrechtmatig te verklaren en de gelegde beslagen op te heffen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de procedure die door de FIOD werd gevolgd, onvoldoende waarborgen bood voor de rechten van de geheimhouders. De rechter-commissaris had eerder beslist dat er geen voorafgaande filters toegepast hoefden te worden, wat leidde tot de conclusie dat de geheimhouder niet op voorhand betrokken was bij de selectie van de digitale gegevens. De rechtbank oordeelde dat de rechten van de geheimhouders niet voldoende waren gewaarborgd en verklaarde het beklag in beginsel gegrond. De rechtbank gaf het Openbaar Ministerie en de FIOD de gelegenheid om binnen drie maanden een nieuwe methode voor de selectie van digitale gegevens te ontwikkelen, waarbij de rechten van de geheimhouder beter zouden worden beschermd. De behandeling in raadkamer werd heropend en geschorst tot een nader te bepalen datum.