ECLI:NL:RBROT:2016:6188
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 juli 2016 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoekster in een bestuursrechtelijke procedure tegen de gemeente Dordrecht. Het wrakingsverzoek volgde op een zitting van 11 juli 2016, waar de rechter, mr. L.A.C. van Nifterick, het beroep van verzoekster tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar bezwaar tegen een gemeentelijk besluit behandelde. Tijdens deze zitting verzocht de gemachtigde van verzoekster om de zitting aan te houden, maar de rechter besloot het onderzoek te sluiten. Verzoekster stelde dat er sprake was van verzuimen en wetsovertredingen door de gemeente, en dat de rechter niet onpartijdig was geweest in haar beslissing.
De wrakingskamer heeft de argumenten van verzoekster en de reactie van de rechter beoordeeld. De rechter heeft aangegeven dat de beslissing om het onderzoek te sluiten niet onbegrijpelijk was, gezien de uitvoerigheid van de behandeling en het feit dat de rechter voldoende informatie had om een oordeel te vellen. De wrakingskamer benadrukte dat een onwelgevallige beslissing van een rechter op zichzelf geen grond voor wraking oplevert, tenzij er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden die wijzen op vooringenomenheid.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer geoordeeld dat er geen aanwijzingen waren voor vooringenomenheid van de rechter en dat het verzoek tot wraking ongegrond was. De beslissing om het wrakingsverzoek af te wijzen werd unaniem ondersteund door de rechters in de wrakingskamer.