In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 juli 2016 een wrakingsverzoek van een verzoeker behandeld. Het wrakingsverzoek was ingediend op 21 juni 2016, na een eindbeslissing van de rechter op 21 april 2016, waarbij de behandeling van de zaak was geëindigd. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek tot wraking niet ontvankelijk is, omdat de rechter op het moment van indienen van het verzoek de zaak niet meer behandelde. De wraking is een middel om de onpartijdigheid van de rechter te waarborgen, maar kan niet meer worden toegepast als de rechter al een einduitspraak heeft gedaan. De rechtbank heeft het verzoek tot wraking van mr. G.A.F.M. Wouters, rechter in de rechtbank Rotterdam, buiten behandeling gesteld op grond van kennelijke niet-ontvankelijkheid. De beslissing is genomen door de meervoudige kamer voor wrakingszaken, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.