Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De verdere procedure
- [eiseres] heeft bij brief van 17 februari 2016 stukken in het geding gebracht.
- Skuld heeft bij akte van 3 maart 2016 haar productie 4 in het geding gebracht.
- Op 3 maart 2016 heeft de in het tussenvonnis van 23 december 2015 gelaste comparitie van partijen plaats gevonden. Van die terechtzitting is proces-verbaal opgemaakt, op verzoek van partijen grotendeels in de Engelse taal. Op de comparitie van partijen hebben onder anderen Noorse advocaten toelichtingen gegeven en zijn verdere stukken in het geding gebracht, een en ander zoals is vermeld in het proces-verbaal.
- [eiseres] heeft bij brief van 23 maart 2016 met bijlagen opmerkingen naar aanleiding van het proces-verbaal gemaakt.
- Skuld heeft brief van 13 april 2016 met bijlagen opmerkingen over het proces-verbaal gemaakt.
2.De verdere beoordeling
in het incident
- De verwijzing in het onderhavige arbitraal beding naar de Insurance Contracts Act van 1989 is in het onderhavige geval niet van belang.
- Volgens Noors recht dienen de vragen naar de geldigheid, het vervallen zijn of het niet meer van kracht zijn van een arbitraal beding los van de betreffende overeenkomst te worden beoordeeld (separabiliteit). Vernietiging, ontbinding of beëindiging van de betreffende overeenkomst bepaalt niet het lot van het arbitraal beding.
- De verzekeringsrechtelijke verhouding tussen [eiseres] en Skuld dient te worden aangemerkt als een zakelijke rechtsverhouding.
- In het onderhavige geval spelen geen regels van Noors recht, feiten of omstandigheden die aanleiding geven tot het oordeel dat het onderhavige arbitraal beding ongeldig, vervallen of niet meer van kracht is, mits het arbitraal beding naar de uitleg ervan voldoet aan de vereisten van Noors recht voor een geldig en bindend arbitraal beding.
3.De beslissing
rol van 7 september 2016voor het nemen van een conclusie van repliek door [eiseres] ;