2.6.Het NIC heeft bij brief van 20 mei 2016 aan [eiser] medegedeeld, deels samengevat, dat:
- [eiser] voor de percelen 1 en 3 op de derde plaats was geëindigd en voor perceel 2 op de tweede plaats,
- WVC op alle drie de percelen de economisch meest voordelige inschrijving had ingediend,
- WVC heeft gekozen voor de percelen 1 en 2 en dat aan het bedrijf [tussenkomende partij 2] daarom perceel 3 zal worden gegund, als bedrijf dat als tweede was geëindigd bij perceel 3.
De brief bevat als bijlage een motivering van de afwijzing van [eiser] . Deze motivering (zoals gecorrigeerd, vanwege een verschrijving, bij e-mailbericht van 20 mei 2016) luidt, voor zover van belang:
“
Bijlage 1 Motivering van afwijzing
Uw inschrijving op de gunningcriteria zijn als volgt beoordeeld:
Gunningcriteria
U
Winnaar
K1. Prestatieonderbouwing
6
8
K2. Risicodossier
4
6
K3. Kansendossier
4
6
K4. Interview 1
8
8
K4. Interview 2
6
8
Gunningcriterium K1 Prestatieonderbouwing
U heeft voor de prestatieonderbouwing een 6 gescoord. Hiermee heeft u een lagere score behaald
dan de winnende inschrijver. De motivering voor dit cijfer is als volgt:
Positieve punten
• Er worden KPI’s benoemd;
• De prestaties die benoemd worden, zijn goed.
Aandachtspunten
• Bewering 1 is niet onderbouwd. Er wordt wel een percentage aangegeven, maar niet waar dit
percentage vandaan komt;
• Geen SMART onderbouwing van de doelstellingen, waardoor de geloofwaardigheid afneemt;
• Er wordt geen verifieerbare informatie gegeven.
Conclusie: Er worden KPI’s genoemd en de prestaties die benoemd worden, zijn goed. Echter
ontbreekt een sterke onderbouwing van de prestatie, waardoor de kracht afneemt. Door deze matige onderbouwing ziet het beoordelingsteam geen meerwaarde en komt het tot een 6.
Gunningcriterium K2. Risicodossier
U heeft voor het risicodossier een 4 gescoord. Hiermee heeft u een lagere score behaald dan de
winnende inschrijver. De motivering voor dit cijfer is als volgt:
Positieve punten
• De risico’s liggen allen buiten de invloedsfeer.
Aandachtspunten
• De risico’s zijn niet realistisch en daarmee niet relevant voor de opdracht;
• Er wordt geen prestatie-informatie gegeven waarmee de risico’s geminimaliseerd kunnen
worden;
• Beheersmaatregelen zijn niet SMART opgesteld.
Conclusie: De risico’s die benoemd worden, liggen allen buiten de invloedssfeer, alleen zijn ze niet relevant voor de opdracht. Daarnaast zijn de beheersmaatregelen niet SMART en niet onderbouwd met verifieerbare informatie zoals cijfers of ervaringen uit het verleden. Het beoordelingsteam moet met deze informatie een 4 hanteren als cijfer.
Gunningcriterium K3. Kansendossier
U heeft voor het kansendossier een 4 gescoord. Hiermee heeft u een lagere score behaald dan de
winnende inschrijver. De motivering voor dit cijfer is als volgt:
Positieve punten
• De kansen zijn vanuit eigen expertise opgesteld, dit komt duidelijk naar voren;
• Kans 3 zou waarde kunnen toevoegen voor Woonkracht10.
Aandachtspunten
• Alle kansen zijn bijna hetzelfde; elke kans omschrijft kans 3 net wat anders;
• De onderbouwing is niet SMART geformuleerd;
• De onderbouwing bevat geen verifieerbare informatie;
• Het is na het lezen niet duidelijk wat de kansen precies opleveren voor Woonkracht10;
• Er is niet duidelijk aangegeven wat mogelijke gevolgen zijn voor de Organisatie bij het afnemen van de kansen.
Conclusie: Alle kansen die zijn opgegeven, komen neer op kans 3, dit is dan ook de enige kans
waarvan het beoordelingsteam zegt dat het waarde toevoegt aan de organisatie. De kansen zijn
echter slecht onderbouwd, omdat er geen gebruik wordt gemaakt van het SMART principe en
verifieerbare informatie. Hierdoor is het beoordelingsteam niet overtuigd om de kansen mogelijk af te
nemen. Mede hierdoor komt het beoordelingsteam tot het cijfer 4.
Gunningcriterium K4. Interviews sleutelfunctionarissen
[…]
Gunningcriterium Prijs
De prijs die u heeft aangeboden is lager dan de prijs van de winnende inschrijving. Het prijsverschil is echter niet voldoende om het verschil in score op de kwaliteitscriteria te compenseren.”