5.1.2Het onder 1 tenlastegelegde
De valsheid
De rechtbank acht bewezen dat de in de tenlastelegging opgenomen verklaringen en brieven zijn opgesteld door de psychiaters [medeverdachte 4] of [medeverdachte 5] , of in elk geval onder hun rechtstreekse verantwoordelijkheid, nu deze verklaringen of brieven zijn voorzien van de handtekening van de desbetreffende psychiater en de authenticiteit van die ondertekening niet wordt betwist.
In een aantal gevallen spreekt het dossier over kopieën van medische verklaringen of brieven. Aangezien medische verklaringen of brieven (kennelijk) in digitale vorm beschikbaar zijn en ook een (digitale) kopie aan de bewijsbestemming kan voldoen, is dat onderscheid voor de bewezenverklaring op zichzelf niet van belang.
Uit de bij dit vonnis in bijlage II opgenomen bewijsmiddelen blijkt dat in alle gevallen de persoon op wiens of wier naam de verklaring of brief is afgegeven niet geestesziek was of niet in de mate waarin dat in de brief of verklaring is aangegeven.
Uit de bij dit vonnis opgenomen bewijsmiddelen maar ook uit de vonnissen die heden tegen hen worden gewezen, blijkt dat [medeverdachte 4] steeds op hoogte is geweest van de valsheid van de verklaringen en brieven die hij heeft opgesteld, terwijl [medeverdachte 5] willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij valse verklaringen en brieven opstelde.
Voorhanden hebben en afgeven
De meeste in de bewezenverklaring onder 1 opgenomen brieven en verklaringen zijn geadresseerd. In het in de bewijsbijlage opgenomen schema onder 9. staat waar de in de bewezenverklaring bedoelde verklaringen en brieven die niet zijn geadresseerd zijn aangetroffen.Dit zijn dossiers aangetroffen bij het UWV, het CIZ, bij de pseudo-patiënten thuis of bij de verdachte. Bij gebrek aan een andere redelijke verklaring, die ook niet is aangevoerd, betekenen de adressering en het elders dan bij de psychiater die de brieven of verklaringen hebben opgesteld aantreffen van de niet-geadresseerde brieven en verklaringen dat die moeten zijn afgegeven.
Voor zover de verklaringen in een woning, bij de verdachte in gebruik, zijn aangetroffen is het voorhanden hebben
sowiesobewezen. Maar de verdachte kan verklaringen en brieven ook voorhanden hebben gehad indien deze bij iemand anders zijn aangetroffen, indien dit binnen hun gezamenlijk opzet viel. De vraag die (dus) rijst thans is of de verdachte het valselijk opmaken, voorhanden hebben en afgeven van die verklaringen of brieven heeft medegepleegd.
Medeplegen
In zijn arrest van 2 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3474, heeft de Hoge Raad enige algemene overwegingen over het medeplegen gegeven, in het bijzonder gericht op de afbakening tussen medeplegen en medeplichtigheid en meer in het bijzonder met het oog op gevallen waarin het medeplegen niet bestaat in gezamenlijke uitvoering. Voor de kwalificatie medeplegen is vereist dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking. Die kwalificatie is slechts gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde - intellectuele en/of materiële - bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is. Indien het tenlastegelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering, maar uit gedragingen die met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals het verstrekken van inlichtingen), rust op de rechter de taak om in het geval dat hij toch tot een bewezenverklaring van het medeplegen komt, in de bewijsvoering - dus in de bewijsmiddelen en zo nodig in een afzonderlijke bewijsoverweging - dat medeplegen nauwkeurig te motiveren. Bij de vorming van zijn oordeel dat sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, kan de rechtbank rekening houden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte of diens aanwezigheid op belangrijke momenten. De verdachte heeft niet zelf met de psychiaters de verklaringen opgemaakt. In zoverre is er geen sprake van een gezamenlijke uitvoering. Maar dat betekent nog niet dat de samenwerking van de verdachte met de psychiaters heeft bestaan uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband worden gebracht. Verdachtes bijdrage aan de totstandkoming van die verklaringen gaat immers veel verder dan hulp verlenen. Hij heeft de pseudo-patiënten geworven of bestaande patiënten overgehaald om met het opstellen van de valse verklaringen en brieven mee te doen, de relevante inlichtingen verzameld, geordend en aan de psychiaters verstrekt en dit vervolgens langdurig en systematisch gedaan, waardoor de stelselmatige fraude heeft kunnen ontstaan en voortduren. Hij heeft pseudo-patiënten naar de psychiaters begeleid en de psychiaters tijdens de door hem bijgewoonde consulten van de benodigde informatie voorzien. Zonder de inzet van de verdachte zouden de valse verklaringen en brieven er niet (op de ten laste gelegde wijze) zijn geweest. Hij is, met andere woorden, te beschouwen als de auctor intellectualis.
[medeverdachte 4] heeft verklaard:
“ [verdachte] had altijd een zelfgeschreven anamnese van een patiënt bij zich. Dit was voor mij wel makkelijk. [verdachte] had destijds een eigen patiëntenbestand en dit was werktechnisch voor mij makkelijk. [verdachte] voelde zich een dokter”.
[medeverdachte 5] heeft verklaard:
“Turkse vrouwen kijken je niet aan tijdens een behandeling, toch moet je kijken wat er speelt. Dan ben je aangewezen op een begeleider. De begeleider, [verdachte] , beschikte toch over goede informatie, althans hij was geïnformeerd. Hij kende zelfs de geboortedata van patiënten uit zijn hoofd. [verdachte] was betrokken en bezocht mensen ook thuis en vertelde op die manier wat er dan aan de hand was”.
Uit de bij dit vonnis gevoegde bewijsmiddelen blijkt verder dat de verdachte op 18 januari 2011 in totaal 244 patiëntendossiers op verschillende plekken in zijn bezit had; hij heeft [medeverdachte 4] verzocht de dossiers van 44 patiënten aan hem, verdachte, over te dragen omdat zij door een andere psychiater (kennelijk: [medeverdachte 5] ) zouden worden behandeld. Hij heeft [medeverdachte 4] gevraagd de behandeling van deze patiënten en vooral ook de declaratie te stoppen.
Tenslotte blijkt uit de bij dit vonnis gevoegde verklaringen van pseudo-patiënten dat zij door de verdachte zijn benaderd om mee te werken aan oplichting van het UWV en/of het CIZ.
[medeverdachte 2] heeft verklaard:
[verdachte] vertelt mij dat hij mij met pensioen kon sturen.
Wij hebben daarvoor betaald. Mijn man heeft tussen de 2000 en 3000 Euro betaald aan [verdachte]
[medeverdachte 2] heeft op de vraag wie er is begonnen met het aanvragen van een uitkering verklaard:
In het aller begin is het initiatief van [verdachte] gekomen.
De conclusie is dat de verdachte, ook bij het valselijk opmaken van de medische verklaringen, voor zover deze rechtstreeks een rol hebben gespeeld bij het stelselmatig oplichten van UWV en CIZ c.q. zorgkantoren/zorgverzekeringen, een essentiële rol heeft gespeeld en in zoverre kan worden bewezen dat hij het valselijk opstellen, voorhanden hebben en afgeven van de medische verklaringen en brieven tezamen en in vereniging met Gülçacan en [medeverdachte 5] heeft gepleegd.
Deelvrijspraak
Voor de brief van 7 juli 2008 uit het dossier [medeverdachte 1] , de brieven van 22 februari 2007 en 27 juni 2008 uit het dossier [medeverdachte 2] en de brief van 6 maart 2009 uit het dossier [medeverdachte 3] is door de officier van justitie vrijspraak geëist omdat de betrokkenheid van de verdachte bij die brieven onvoldoende kan worden vastgesteld. De rechtbank komt, gelet het op het onderzoek ter terechtzitting en de onderliggende dossierstukken tot eenzelfde oordeel. De verdachte wordt vrijgesproken van dit deel van de tenlastelegging.
Verwerping van een verweer
De raadsman van de verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat ten aanzien van elk van de in de tenlastelegging genoemde zaaksdossiers afzonderlijk niet wordt voldaan aan het bewijsminimum, met uitzondering van de zaken genoemd in de dossiers [medeverdachte 6] , [verdachte] , en [medeverdachte 7] . Immers, de (andere) pseudo-patienten hebben, toen zij bij de rechter-commissaris werden gehoord, geweigerd te verklaren. Hun verklaringen waren, nu het valselijk opmaken van elke medische verklaring elk voor zich een strafbaar feit is, ten aanzien van elk van die onderscheidenlijke feiten ‘sole and decisive evidence’ en dienen, nu de verdediging deze verklaringen niet heeft kunnen testen, van bewijs te worden uitgesloten. Aldus blijft er geen bewijsmateriaal over en dient in elk van die zaaksdossiers vrijspraak te volgen.
De rechtbank verwerpt dit verweer in al zijn onderdelen. Wat daar verder ook van zij, geen van de door de verdediging bedoelde verklaringen is aan te merken als doorslaggevend, voor de valsheid noch de oplichting, nu al het in de bewijsbijlage onder feit 1 en feit 3 opgenomen bewijsmateriaal onderling verband beschouwd bijdraagt aan de bewezenverklaring. De feitelijke gang van zaken die aan elk van de valselijk opgemaakte brieven of rapporten en daaraan verbonden oplichting ten grondslag ligt, vertoont ten opzichte van elkaar op essentiële punten zulke belangrijke overeenkomsten, zoals hierboven onder 5.1.2 is uiteengezet, dat het bewijs daarvoor mag worden afgeleid uit de hoge mate van overeenkomst met de feitelijke gang van zaken in de andere zaaksdossiers (vgl. HR 17 februari 2015, ECLI:NL:HR: 2015:326 en HR 7 juli 2015, ECLI:NL:HR:2015:1817). 5.1.3Bewijsbeslissing medeplegen oplichting UWV en CIZ c.q. zorgkantoren en zorgverzekeraars (feit 3)
Algemeen
Als gezegd zijn, volgens de tenlastelegging, het UWV en CIZ c.q. zorgkantoren en zorgverzekeraars, door de verdachte en zijn mededaders bedrieglijk bewogen tot afgifte van geld, door (a) het invullen van aanvraagformulieren met onjuiste gegevens, (b) het verzenden van valse medische verklaringen, (c) het bij controle-bezoeken begeleiden van de pseudo-patiënten die zich anders gedragen dan gebruikelijk, (d) het niet reageren op verzoeken om informatie en door (e) PGB-verantwoordingsformulieren valselijk op te maken.
Niet is gebleken dat het niet reageren op verzoeken om inlichtingen heeft bijgedragen aan de afgifte van geld. Evenmin blijkt uit het dossier dat en op welke wijze het opmaken en inleveren van zorgverantwoordingsformulieren van invloed is op de uitkering van een persoonsgebonden budget, desnoods voor het volgend jaar. De rechtbank zal in elk geval van de onderdelen (d) en (e) vrijspreken.
Vast staat dat de verdachte heeft deelgenomen aan grootschalige, langdurige fraude met uitkeringen. Dit blijkt uit de hierboven onder 5.1.2 opgesomde feiten en omstandigheden en uit de in bijlage II opgenomen bewijsmiddelen, in het bijzonder uit de verklaringen van de pseudo-patiënten dat de verdachte hen hielp, alsmede uit het aantreffen van hun medische dossiers in een woning bij de verdachte in gebruik.
Omdat oplichting strafbaar is als iemand wordt bewoging tot afgifte door oplichtingsmiddelen, is bewijs nodig van een causale relatie tussen afgifte van in dit geval geld (uitkeringen) en de oplichtingsmiddelen. Aangezien uitkeringen vaak op aanvraag of melding bij wijze van voorschot worden verleend en (overige) oplichtingsmiddelen pas na de afgifte van in elk geval een deel van het geld worden aangewend, is precieze vaststelling van de volgtijdelijkheid van handelingen nodig. Deze staat wat betreft de oplichting in onderstaand schema. De documenten waarnaar het schema verwijst, staan in de bewijsbijlage. Het betreft oplichting in de zaken [medeverdachte 1] en [medeverdachte 6] van het UWV en [medeverdachte 8] van het UWV en een zorgkantoor. Aldus draagt dit bij tot bewezenverklaring van het feit zoals is tenlastegelegd onder 2, namelijk ten aanzien van het UWV en een zorgkantoor tezamen en vereniging met anderen meermalen plegen.
document
datum
vindplaats
opgemaakt door
inhoud
Registratie suwinet
[medeverdachte 1]
1-4-08 t/m 11-02-09
Zpv [medeverdachte 1] p. 26
--
Ziektewet uitkering (aansluitend op 13-2-09 WGA uitkering)
Brief [medeverdachte 4]
7-4-08
Zpv [medeverdachte 1] p. 553 (leesbaar) en 919
[medeverdachte 4]
Brief aan UWV Tilburg, nav poging contact vanuit arbo-dienst. Bijlage medische verklaring 7-8-07, die actuele informatie bevat:
As I: Depressieve stoornis, eenmalige episode, chronisch
Generaliseerde angststoornis
Paniekstoornis
As II: uitgestelde diagnose
As III: biochemisch geobjectiveerde anemie
As IV: geen bijzonderheden
As V: Gaf: 35
aanvraag WIA uitkering tbv [medeverdachte 1]
6-11-2008
verzonden 3-12-08
zpv [medeverdachte 1] ,
p 155 ev
[medeverdachte 1]
aanvraagformulier UWV
Medisch onderzoeks verslag
9-12-08
Zpv [medeverdachte 1] p. 542
[betrokkene 1] , verzekerings arts UWV
Spreekuur 9-12-08, verwijzing correspondentie [medeverdachte 4] van 7-08-07; diagnose:
Suwinet over
[medeverdachte 8]
6-10-03 t/m 2-4-04 en vanaf 4-4-04
Zpv [medeverdachte 8] p. 60
--
Uitkering ziekte wet vanaf 6-10-03; WAO vanaf 4-4-04
1
.Vragenlijst ter voorbereiding herbeoordeling
14-2-06
Zpv [medeverdachte 8] p. 92
Ingevuld door [verdachte]
Betreft [medeverdachte 8] ; heeft alle belemmeringen; is ziek (psychose)
3. Cohort rapportage
21-2-06
Zpv [medeverdachte 8] p. 86 ev
[betrokkene 2] , verzekerings arts UWV
Op t spreekuur 14-2-06, tezamen met [verdachte] . Ernstige psychiatrische aandoening. [betrokkene 2] zal info opvragen bij ‘behandelende sector’.
2. Brief aan [betrokkene 2] UWV
17-3-06
Zpv [medeverdachte 8] p. 2671-2672
[medeverdachte 4]
3. Rapportage verzekeringsarts
22-3-06
Zpv [medeverdachte 8] p. 218
[betrokkene 2] verzekerings arts
Info verkregen van behandeld psychiater [medeverdachte 4] , As I pschotische stoornis, posttraumatische stressstoornis; depressieve stoornis, chronisch met psychotische kernmerken; As II uitgetelde diagnose. Belanghebbende kan als volledig arbeidsongeschikt worden beschouwd vanwege het dysfuncfioneren vanwege een ernstige psychiatrische stoornis.
3. Besluit tot continuering uitkering [medeverdachte 8]
27-3-06
Zpv [medeverdachte 8] p. 81
UWV
We hebben uw mogelijkheden om te werken onderzocht. Gelet op de resultaten van onze beoordeling zijn wij van mening dat uw arbeidsongeschiktheid ongewijzigd dient te worden vastgesteld en dat er geen redenen zijn uw uitkering te wijzigen.
4. Stortingen UWV op bankrekening [medeverdachte 8]
6-1-04 t/m 12-2-10
Zpv [medeverdachte 8] p. 1969
Van UWV aan gezamenlijke rekening [medeverdachte 8] Bircan
108 maal een storting van max 798,- (6 jaar, is 72 maanden), dus ook stortingen na 27-3-06 maar onduidelijk of dit voor [medeverdachte 8] is of voor Bircan. Aan de andere kant, uit suwinet blijkt dat hij die uitkering had. Die wordt natuurlijkook na 27-3-06 uitbetaald. Daar hoeven verder niet moeilijk over te doen, zeker nu dat niet is aangevoerd.
Aanvraag PGB [medeverdachte 8]
26-5-08
Zpv [medeverdachte 8] p. 434
CIZ
Bijlage bij indicatiebesluit. Wie vraagt aan? Zorgaanbieder [medeverdachte 4] . Is onder behandeling bij [medeverdachte 4] . Medische verklaring ontbreekt. Wel ziekte biografie:
Als we dit koppelen aan een verklaring van [medeverdachte 8] dat [medeverdachte 4] een medische verklaring had opgemaakt, is dat wat mij betreft genoeg. Datum is wel weer van het indicatienbesluit.
Brief aan CIZ
27-6-08
Zpv [medeverdachte 8] p. 220-221
[medeverdachte 4]
Ik wil patient aanmelden voor AWBZ-zorg
Indicatiebesluit PGB [medeverdachte 8]
22-7-08
Zpv [medeverdachte 8] p. 346; 455
CIZ
Geldig tot 17-7-09; pgb
uitbetaling voorschotten
29-12-08 t/m 23-6-09
Zpv [medeverdachte 8] p. 356
Zorgkantoor
Brief aan UWV
22-4-08
Zpv [medeverdachte 6] , p. 771
[medeverdachte 4]
As I: 296.34 Depressieve stoornis met melancholisch c/q psychotische kenmerken
295.70 Schizoaffectieve stoornis, depressieve type (CA VE)
As II: 799.9 Uitgestelde diagnose persoonlijkheidsstructuur
As III: Muskuloskeletale symptomen, hoofdpijn, maag-en darmklachten.
As IV: problemen binnen de primaire steungroep
As V: GAF: 30
Rapportage verzekeringsarts
8-12-09
Zpv [medeverdachte 6] p. 210
[betrokkene 3] , verzekerings-arts
Het klachtenbeeld blijft onverminderd hetzelfde. Belanghebbende uit zich niet ook niet na aanspreken, Volgens haar bij het spreekuur aanwezige neef blijft zij apathisch, inactief. Beperkingen zijn langdurig.Overdracht naar WIA.
Opm rechtbank: blijkens de hieronder weggegeven verklaring van [medeverdachte 6] is deze neef de verdachte en heeft [medeverdachte 6] voor dit bezoek aan de verzekeringsarts een pil van de verdachte gekregen..
Aanvraag UWV uitkering [medeverdachte 6]
15-1-10
Zpv [medeverdachte 6] , p. 149
[medeverdachte 6]
Aanvraag WIA-uitkering
H [medeverdachte 6]
[adres]
Onderzoeks-verslag
14-4-10
Zpv [medeverdachte 6] , p. 203-207
[betrokkene 4] , verzekerings-arts
Zie brief aanwezig in dossier van de behandelend psychiater [medeverdachte 4] d.d. 22-04-2008. Cliënt is volledig arbeidsongeschikt te beschouwen.
Beslissing uitkering
27-5-10
Zpv [medeverdachte 6] , p. 102
UWV
Toekenning IVA-uitkering € 684,69 miv 16 maart 2010
Hieraan kan het volgende worden toegevoegd.
[medeverdachte 8] heeft bij de politie verklaard:
“De mensen komen altijd via via. Van horen zeggen weten de mensen dat [verdachte] daar mee bezig was. De bedragen die jullie noemden waren inderdaad € 1500 tot € 3000. Ze moesten dat aan het begin al betalen aan [verdachte] . Soms konden ze ook later betalen. Ze deden dat cash. De dokter [medeverdachte 4] en [verdachte] kreeg het geld. Het ziektebeeld werd verteld door [verdachte] .
[verdachte] kreeg het geld eerst en die gaf het aan [medeverdachte 4] . Hoe de verdeling was bij hun weet ik niet maar toen ik het deed kreeg ik 1/3 (eenderde) en [medeverdachte 4] kreeg 2/3 (tweederde). [medeverdachte 4] heeft de verdeling bij mij bepaalt.
Het doel was mensen in de ziektewet te krijgen en daarna WAO of WIA zoals het nu heet”.
“Ik heb 40/50 patiënten voor [verdachte] begeleid. Ik viel dan in”.
De rechtbank acht deze verklaring betrouwbaar, ook omdat de verklaring wordt ondersteund door uitspraken van de verdachte zelf.
Op 6 mei 2010 heeft de verdachte in zijn auto een telefoongesprek gevoerd. Dit gesprek is opgenomen met een opnameapparaat dat de politie in verdachtes auto had verborgen. Daarom is alleen de verdachte te horen:
[verdachte] (sh) wgd NN.
[verdachte] : "hallo!... Zegt u 't maar!...
Ja, ik ben het meneer Kadir ....
Ja ik heb het bericht net ontvangen ... Wat je daarin schreef ... ja het klopt .... Wat jij mij hebt betaald aangaande jouw zaak is bekend ... Het is bekend wat ik daarvan aan meneer [medeverdachte 4] geef .... Ja .....
En daarnaast, wat ik krijg is ook bekend. Sowieso krijgt meneer [medeverdachte 4] twee derde er van (2/3) en een derde (113) krijg ik ....
Hoeveel was het bedrag dat jij betaalde voor meneer [medeverdachte 4] en mij?
NN:..
(niet te horen)
[verdachte] : bedrag van 3000 euro hé. Zoals jij het ook weet, heeft [medeverdachte 4] 2000 daarvan
gekregen en ik 1000.
NN:...
(niet te horen)
B: nee, nee, laat ik dit zeggen. Van de 3000 euro .... 2000 daarvan is voor meneer [medeverdachte 4] en 1000 heb ik genomen/gekregen.
Ik krijg de een derde (1/3) omdat ik (de zaak) volg .... lk ga misschien 12 keer naar afspraken .... Dus die 1000 van de 3000 die ik krijg, is totdat de zaak van de persoon ten einde is .... Als je 8 keer, 12 keer 100 naar Eindhoven zou berekenen, wordt dat 1700 .
Dat het het samenwerkingsverband waar de verdachte deel van uitmaakte ging om het oplichten van het UWV en de zorgverzekeringen in het kader van de PGB’s blijkt voorts uit verklaringen van pseudo-patiënten, zoals C. [medeverdachte 2] , die op 10 mei 2011 heeft verklaard dat hij geen recht had op het PGB, dat door [medeverdachte 4] en [verdachte] was geregeld: “Ik heb mij door satan laten leiden”.Of [betrokkene 5] , de echtgenote van [medeverdachte 2] : “ [verdachte] heeft gezegd dat hij via de ziektewet hij ons met pensioen kon laten gaan”.
Overigens staat niet vast dat de hieronder beschreven oplichtingshandelingen ten aanzien van elk van de onder feit 1 genoemde personen steeds heeft geleid tot een uitkering. Dát het UWV en de zorgkantoren/zorgverzekeringen bedrieglijk zijn bewogen tot afgifte van geld staat wel vast in de in de bewijsbijlage opgenomen zaken. Daaraan kan, wat betreft het onderdeel onder (c) nog het volgende worden toegevoegd uit de verklaring van de pseudo-patiënt [medeverdachte 6] :
Wij, verbalisanten tonen verdachte H. [medeverdachte 6] een medicijn
Wat is dit voor een medicijn?
Dat is die rotpil. Ja daar heb ik de helft van ingenomen. Ik zie toch ik heb het een keer en tweede keer ingenomen en zelfs bij de helft ben je al weg.
Deze pil krijg je sowieso als je naar een arts gaat en als je je rol niet kan spelen dan krijg je zo een pil.
Van wie krijg je die dan?
Van [verdachte]
Wat deed het medicijn met je die je ingenomen hebt tijdens de controle bij een arts van het UWV op 8 december 2009?
Als je de rol niet kan spelen krijg je zo een pil. Ik moet doen alsof ik schizofreen ben,
doen als je depressief bent. Dan alsof je zo bent.
Hoe weet je hoe je moet doen als je schizofreen bent?
Hoe ik dat weet, het wordt je verteld.
Door wie?
Door [verdachte] wordt dat verteld. Als je dat niet kan dan krijg je deze pil van [verdachte]
Heeft [verdachte] jou verteld?
Ja, wat voor bewegingen ik moest doen en zo. De eerste keer ging dat niet goed en [verdachte] heeft mij toen dat ik een pil moest nemen omdat ik de rol niet kon maken.
Deze verklaring vindt steun in gesprekken die de verdachte in zijn auto heeft gevoerd. Op 6 mei 2010 zit de verdachte in zijn auto met een onbekende, kennelijk voorafgaand aan een afspraak bij het UWV. In dit gesprek geeft de verdachte aanwijzingen hoe de andere persoon zich dient te gedragen en wordt gesproken over het innemen van een medicijn. Uiteindelijk beslist de verdachte dat dit niet nodig is. Wel legt hij uit dat de medicatie zal worden aangepast. Het gesprek gaat als volgt:
B= [verdachte]
B: Wij gaan naar binnen en ik pak je arm vast en we gaan samen naar binnen. We
gaan meteen weer de deur uit en zullen hier wachten. Wij gaan nu samen naar binnen.
Als je binnen bent moet je zeggen dat je mentaal niet in staat bent om antwoord
te geven omdat jij krijgt 'stemmingen, stemmingen van andere mensen' [in het Nederlands, vert.] .... je hallucineert, psychose is een ziekte dat niet te verhelpen is. En als in de toekomst een patiënt een chronische psychiatrische patiënt wordt ... langdurig ... daarna gaan wij PGB aanvraag indienen. Dat is persoongebonden budget. Nadat zij zien dat je hier en daar komt zullen ze jou rechtstreeks naar de bedrijfsarts sturen, dat zijn re-integratie specialisten.
N: Had ik misschien een van deze medicijn moeten innemen of wat zal ik doen?
B: Nee je hoeft geen medicijnen in te nemen.
N: .. (lacht) ..
B: Doe nou vooral wat ik zeg en voor de rest moet jij je er niet mee bemoeien. Als je
medicijn inneemt, zul je tot in de avond dinges zijn. Anders zou ik een medicijn geven zodra je binnen komt zul jij door die medicijn niet uit je woorden komen. Dat soort medicijnen zijn er ook. Maar als je niet doet wat ik zeg, zal ik bij de volgende afspraak dat wel aan jou geven. Wacht maar even nu af, laten wij het eerst zo proberen. Verder .. .jij bent alles vergeten ... kijk wij hebben rispeldal (fon) wij zullen volgende week rispeldal (fon) verhogen. De dosering. Dat is een anti-psychoticum (fon). Dus dat en antidepressiva zullen verhoogd worden. Wij gaan volgende week nog een fax sturen daarover, samen met het recept.
Op een ander moment, op 10 mei 2010, wordt aan de pseudo-patiënt na enig heen en weer gepraat wel een pil gegeven. De verdachte zit in zijn auto met twee vrouwen. Een van de vrouwen is kennelijk de pseudo-patiënt, de rol van de andere vrouw is onduidelijk, maar zij is wel vertrouwd met de situatie, gelet op de beschrijving die zij geeft van het effect van de pil:
[verdachte] zegt: als je in de auto stapt en daar bij UWV aankomt, wordt daar bij de UWV alles met een camera opgenomen.
Je moet je handen zo bewegen, gewoon praten, tot dat je binnen en buiten komt. NNvrouw: dus ik moet mij abnormaal gaan gedragen. Je gaat naar binnen in je eigen wereld. 'Ik ben bang, zij komen'. NNvrouw: ik ga opstaan en zeg dat ik weg
ga. [verdachte] zegt: "Ik zeg je ook dit: ik ga je aanwijzingen geven, dat doe ik zogenaamd. Ik zeg dat je zus en zo moet doen. Daar moet je niet op je plaats blijven. ik ben bang, mama roept mij, ik ga naar mama, heheh, ik kom mama"
NNvrouw: dat zal niet meer dan 10 min duren.
[verdachte] zegt: dat hangt helemaal van je af. Ga je zitten met benen op elkaar. Je moet dan constant naar boven kijken. Je moet met boven gaat praten.
[verdachte] zegt: je moet zeggen dat je psychose bent. Hierna vertelt [verdachte] hoe moeilijk hij het had toen hij met een garagehouder daar binnen was gegaan. [verdachte] zegt: hij had niet eens zijn handen gewassen. [verdachte] zegt dat hij heel erg bezig is geweest. [verdachte] zegt dat hij al 27 jaar deze zaken doet.
[verdachte] zegt: als je wilt, kan ik je ook een medicijn geven, dan zou je zulke reflexen
hebben dat je daarvan niet eens bewust zou zijn. Ik heb wel medicijnen als je wilt. [verdachte] : het gevolg van de uitwerking van de medicijn zie je na 15 min wel hoor. Laat ik je Inna .... 7,5 gram geef ik je. Laat ik je eentje geven. Wij gaan nu al weg.
NNvrouw 2: wij zetten je thuis wel af hoor. Je wordt er suf door, verder doet het niets.
[verdachte] :laat ik het gelijk dingessen, hier pak aan.
NNvrouw2: wacht [verdachte] , wij hebben hier wel water
[verdachte] : hier neem het gelijk in, slik maar in zus ok, het is goed zo.