ECLI:NL:RBROT:2016:5915
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- H.J.M. van der Kaaij
- J.H. de Wildt
- L.C. van Walree
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in bestuursrechtelijke procedure
Op 4 mei 2016 heeft de Rechtbank Rotterdam een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoekster tegen mr. A.P. Hameete, rechter in de rechtbank Rotterdam. Het wrakingsverzoek volgde op een zitting van 15 april 2016, waar de rechter een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening had behandeld. De verzoekster was in beroep gegaan tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van haar gemeente, dat haar bezwaar tegen de ongegrondverklaring van haar aanvraag voor woonkostentoeslag had afgewezen. Tijdens de zitting had de rechter met partijen gezocht naar oplossingen voor de korte termijn, wat volgens de verzoekster de schijn van partijdigheid wekte. De verzoekster stelde dat de rechter zich partijdig had opgesteld door het verweerschrift van de gemeente als uitgangspunt te nemen en haar beroepsgronden niet had besproken.
De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld en geconcludeerd dat er geen aanwijzingen waren voor een gebrek aan onpartijdigheid van de rechter. De rechter had zich voldoende voorgelicht geacht op basis van de stukken en had geen aanleiding gezien om verder te bevragen. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De aangevoerde omstandigheden door de verzoekster gaven geen zwaarwegende aanwijzingen voor vooringenomenheid. De wraking werd daarom ongegrond verklaard en het verzoek werd afgewezen.