Ter zitting heeft verzoeker uitdrukkelijk aangegeven dat het wrakingsverzoek alleen gericht is tegen de kantonrechter en niet tegen de rechters die eerder betrokken waren in andere procedures tussen verzoeker en [naam vennootschap]. De op die procedures betrekking hebbende stukken zijn alleen overgelegd ter informatie. Ook heeft verzoeker verklaard dat het verzoek tot wraking alleen ziet op het tussenvonnis van 26 februari 2016. Er is geen zelfstandig verzoek tot wraking naar aanleiding van de gehouden comparitie van partijen op
24 november 2015 of het daarvan opgemaakte proces-verbaal.
Ter adstructie van het wrakingsverzoek heeft verzoeker – overeenkomstig het voorgaande en verkort en zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd:
De kantonrechter gaat in het tussenvonnis volledig voorbij aan het feit dat verzoeker zich op een door een gerechtsdeurwaarder getekende arbeidsovereenkomst (een authentieke akte) beroept en draait de bewijslast om. De kantonrechter heeft zonder enige onderbouwing bepaald dat [naam vennootschap] verschoonbaar gedwaald heeft bij zowel de opstelling als de ondertekening van de arbeidsovereenkomst. De bewijslast is door de kantonrechter niet alleen omgedraaid doch ook verzwaard en zodanig dat de uitkomst van de bewijsopdracht niets zal veranderen aan de uiteindelijke uitspraak van de kantonrechter. Verzoeker heeft nooit gesteld dat hij op 16 januari een e-mail met versie 5 heeft verzonden; hij heeft de oorspronkelijke mail ook nooit in het geding gebracht. Verzoeker moet nu bewijzen dat de mail met versie 5 door de ander is ontvangen en besproken. Dat is niet alleen onmogelijk, maar ook onzinnig.
Uit de uitspraak van de kantonrechter van 26 februari 2016 kan overduidelijk de partijdigheid en vooringenomenheid van de kantonrechter opgemaakt worden:
- de kantonrechter heeft zich voor het grootste gedeelte in zijn beoordeling gebaseerd op niet bewezen stellingen van [naam vennootschap] (stemmingmakerij);
- de kantonrechter heeft voor het overige gedeelte in zijn beoordeling feiten aangehaald en uitgelegd zodat deze ten voordele van [naam vennootschap] spreken;
- de kantonrechter heeft alle e-mails en de feiten welke voor verzoeker spreken achterwege gelaten;
- in de gehele beoordeling staat geen enkel punt/feit welke voor verzoeker spreekt;
- de kantonrechter heeft in feite een eigen (nieuw) verweer ten behoeve van [naam vennootschap] opgesteld in plaats van een vonnis gebaseerd op alle feiten;
- de kantonrechter heeft moedwillig e-mails en feiten achterwege gelaten waaruit duidelijk opgemaakt kan worden dat [naam vennootschap] de getekende arbeidsovereenkomst heeft opgesteld;
- de kantonrechter vermeldt niet dat [naam vennootschap] over meerdere zaken gelogen heeft en dit aangetoond is.
2.2
De rechter heeft niet in de wraking berust en bestrijdt deels de feitelijke grondslag van het verzoek en heeft overigens te kennen gegeven dat niet sprake is van een omstandigheid die grond tot wraking kan opleveren. Daartoe heeft de kantonrechter – verkort en zakelijk weergegeven – het volgende aangevoerd.
Allereerst betreurt de kantonrechter dat verzoeker hem kennelijk vooringenomen vindt. De kantonrechter heeft geen reden om vooringenomen te zijn. De kantonrechter zal niet inhoudelijk ingaan op hetgeen in het tussenvonnis van 26 februari 2016 staat omdat dit beslissingen zijn die aan de kantonrechter voorbehouden zijn. Indien verzoeker het niet met de inhoud van dat vonnis eens is, dan dient dat in hoger beroep door het Hof te worden beoordeeld. Dit kan niet door de wrakingskamer worden beoordeeld.
Tijdens de comparitie van partijen is de kantonrechter kritisch geweest. Hij heeft verzoeker kritisch ondervraagd en toegesproken, maar dat gold ook voor de wederpartij. Daar was aanleiding voor, gezien de vorige procedures tussen partijen. Er speelde wel het een en ander tussen partijen. De kantonrechter moet die vrijheid op de zitting hebben, hetgeen geen grond voor wraking oplevert.
Deze zaak tussen verzoeker en [naam vennootschap] is een lastige zaak. Het was moeilijk om de feiten op een rij te krijgen. De kantonrechter heeft alle e-mails in ogenschouw genomen. De zaak is nog niet tot een einde gekomen. Er zijn voldoende mogelijkheden om de bewijsopdracht na te komen. Een bewijsopdracht kan soms tot verrassende inzichten leiden waarvoor de kantonrechter open staat. De gemachtigde van verzoeker heeft nog de mogelijkheid zich uit te laten over hetgeen in het tussenvonnis opgenomen is, ook als de kantonrechter daarin mogelijk een fout heeft gemaakt. Er is nog geen eindvonnis gewezen. Er is geen reden voor wraking.