ECLI:NL:RBROT:2016:5883
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- A.J.P. van Essen
- H.J.M. van der Kaaij
- M.G.L. de Vette
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in civiele procedure met getuigenverhoor
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 5 februari 2016 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. A.J.F. Gonesh. Het verzoek tot wraking was gericht tegen mr. L.J. van Die, die als rechter optrad in een civiele procedure waarin de verzoeker als eiser optrad tegen twee gedaagden. De wraking werd aangevraagd na een getuigenverhoor op 14 januari 2016, waarbij de rechter de verzoeker niet toestond zelf vragen te stellen aan de getuige, maar dit enkel via zijn gemachtigde mocht doen. De verzoeker voelde zich hierdoor benadeeld en had de indruk dat de rechter vooringenomen was.
De rechtbank overwoog dat wraking een middel is om de onpartijdigheid van de rechter te waarborgen. De rechter moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De rechtbank concludeerde dat de door verzoeker aangevoerde omstandigheden geen zwaarwegende aanwijzingen opleverden voor een vooringenomenheid van de rechter. De beslissing van de rechter om de verzoeker niet zelf vragen te laten stellen, werd als niet onbegrijpelijk beschouwd, gezien de context van de zaak en de spanningen in de familierelatie tussen de partijen.
Uiteindelijk werd het wrakingsverzoek ongegrond verklaard en afgewezen, waarbij de rechtbank benadrukte dat de procedure niet belemmerd was en dat de verzoeker zijn vragen via zijn gemachtigde mocht stellen. De beslissing werd uitgesproken door de voorzitter en twee andere rechters in een openbare zitting.