ECLI:NL:RBROT:2016:5881
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- A.N. van Zelm van Eldik
- A.P. Hameete
- I.K. Rapmund
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen de gehele rechtbank Rotterdam wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid
Op 14 januari 2016 heeft de Rechtbank Rotterdam een wrakingsverzoek van een verzoeker buiten behandeling gesteld wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid. Het verzoek was gericht tegen de gehele rechtbank en niet tegen specifieke rechters die de zaak van de verzoeker behandelden. De verzoeker had een civielrechtelijke vordering ingediend tegen een gedaagde, maar zijn wrakingsverzoek voldeed niet aan de eisen die gesteld worden aan een dergelijk verzoek. Volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) kan een partij een rechter die een zaak behandelt wraken, maar in dit geval ontbraken de noodzakelijke feiten en omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechters in twijfel zouden kunnen trekken. De wrakingskamer heeft kennisgenomen van het dossier en de aanvullende brieven van de verzoeker, maar concludeerde dat het verzoek niet ontvankelijk was. De beslissing om het verzoek buiten behandeling te stellen werd genomen door de meervoudige kamer voor wrakingszaken en uitgesproken ter openbare terechtzitting.